Op donderdag 9 juli 2020 is nummer 33 verschenen van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Terechte correctie voor familielening met onzakelijk hoge rente
De Hoge Raad oordeelt dat de hoogte van een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel – zoals in dit geval de inkomsten uit eigen woning – niet uitsluitend kan komen vast te staan door het vaststellen van de aanslag van de partner die de desbetreffende inkomsten feitelijk heeft genoten. (punt 8) - Actualisering besluit aftrek gemengde kosten
De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over aftrek van gemengde kosten (V-N 2018/34.4) geactualiseerd. (punt 11) - Inhoudingsvrijstelling voor dividenduitkeringen door NSW-vennootschappen
Staatssecretaris van Financiën keurt goed dat inhouding van dividendbelasting achterwege blijft ten aanzien van de opbrengst van aandelen in, winstbewijzen van en bepaalde geldleningen aan NSW-vennootschappen. (punt 16) - Voorzitter bezwaaradviescommissies ministeries geen BTW-ondernemer
De Hoge Raad oordeelt dat X haar werkzaamheden voor de bezwaaradviescommissies niet als BTW-ondernemer verricht. De werkzaamheden of handelingen als voorzitter en als gewoon lid van een bezwaaradviescommissie vormen geen zelfstandig uitgeoefende economische activiteit. (punt 18) - BTW op instandhoudingskosten bij leegstaand kantoorpand aftrekbaar
De Hoge Raad oordeelt dat X bv recht heeft op aftrek van voorbelasting ter zake van de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand. Op voorhand kan in redelijkheid niet worden uitgesloten dat, nadat een huurder is gevonden, gekozen zal worden voor belaste verhuur. (punt 20) - Verzuimboete vernietigd wegens afwezigheid van alle schuld
Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van afwezigheid van alle schuld en vernietigt de verzuimboete. X treft geen blaam, nu hij door een langdurige storing bij de Belastingdienst zijn aangifte niet kon indienen en hij hierover dagelijks contact heeft gehad met de inspecteur. (punt 22) - Niet antwoorden op vragen bevestigt vermoeden van belastingfraude, zodat sprake is van nieuw feit
De Hoge Raad oordeelt dat het zwijgen van X een bevestiging kon zijn van het vermoeden van belastingfraude. (punt 25)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0