Op 1 oktober 2024 is nummer 42 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Fagoed-arrest geldt ook voor totaalwinst en landbouwvrijstelling
De Hoge Raad oordeelt dat als het de ondernemer is toegestaan de erfpachttransactie volgens de Fagoed-methode voor de jaarwinstbepaling als geïndexeerde geldleningovereenkomst in aanmerking te nemen, en hij deze ook als zodanig heeft verwerkt, die verwerking ook voor de berekening van de totaalwinst wordt gevolgd. (punt 3) - Vaststelling totaalwinst indien de Fagoed-methode ten onrechte is toegepast
De Hoge Raad oordeelt dat vanwege de in de onderhandse akte opgenomen tussentijdse afwikkelingsmogelijkheid, de Fagoed-methode niet mocht worden toegepast bij de jaarwinstbepaling.
Ook overweegt de Hoge Raad in hoeverre de landbouwvrijstelling buiten toepassing blijft. (punt 4) - Wetgeving rechtsherstel box 3 in voorbereiding conform jurisprudentie Hoge Raad
Staatssecretaris Idsinga van Financiën bereidt wetgeving voor om de heffing in box 3 in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van de Hoge Raad. (punt 5) - Bouwverbod gemeente levert bijzondere omstandigheden voor herinvesteringsreserve op
Hof Den Haag oordeelt dat ten aanzien van de bouw van de schuren sprake is van bijzondere omstandigheden in verband met een bouwverbod door de gemeente. X mag de HIR voor een bedrag van € 91.500 handhaven. (punt 8) - Duits Publikum Sondervermögen niet vergelijkbaar met FBI en dus geen DB-teruggaaf
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat een Duits Publikum Sondervermögen niet vergelijkbaar is met in Nederland gevestigde FBI’s en dus geen aanspraak heeft op DB-teruggaaf. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO). (punt 10) - Vergoeding immateriële schade wegens overschrijding redelijke termijn niet gemaximeerd op pleitbare financiële belang
De Hoge Raad antwoordt op de prejudiciële vragen van Hof ’s-Hertogenbosch dat de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn niet is gemaximeerd op het pleitbare financiële belang bij de procedure. Ook is dit in WOZ-zaken niet gemaximeerd tot € 50 per half jaar. (punt 14)
Producten: Inhoudsopgave V-N
119