Dr. W. Bruins Slot - Overheidsondernemingen en de hobbel op de weg naar het gelijke speelveld
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. mr. drs. M. Nusmeier - Btw-ontwikkelingen in de medische sector
De BTW-vrijstellingen op het medische vlak blijven vragen oproepen. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie blijkt duidelijk dat medische verzorging een therapeutisch doel moet hebben. Er bestaan echter nog wel onbeantwoorde vragen over welke activiteiten als wezenlijke, inherente en onafscheidbare delen van de medische verzorging buiten de BTW-heffing kunnen blijven. Een tweede ontwikkeling is het wetsvoorstel dat in behandeling is bij de Eerste Kamer omtrent winstuitkering in de zorg. Dit wetsvoorstel heeft gevolgen voor de BTW-heffing. De vraag is of de wetgever deze gevolgen wel voldoende heeft overzien.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. A.J. Luimes - Artikel 1 Eerste Protocol EVRM en het Nederlandse fiscale recht: de stand van zaken anno 2014
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wanneer belastingwetgeving strijdig is met artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Dit artikel gaat uitgebreider in op veelal recente jurisprudentie van het EHRM die mogelijkerwijs ook bij een aantal actuele Nederlandse belastingzaken van belang zijn. Aan het eind van dit artikel wordt ingegaan op de verenigbaarheid van de pseudo eindheffing voor excessieve vertrekvergoedingen en de pseudo eindheffing hoog loon (crisisheffing) met artikel 1 Eerste Protocol EVRM.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mevr. H.M.L. Niesten - Moeizame symbiose tussen vangnetbepaling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en recente Europese rechtspraak
Per 1 januari 2015 roept de Nederlandse wetgever in art. 7.8 Wet IB 2001 een nieuwe regeling voor een beperkte groep kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen in het leven waardoor de huidige keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen vervalt. Het Hof van Justitie EU-arrest Imfeld & Garcet van 12 december 2013 is een mooie aanleiding om de nieuwe regeling tegen de achtergrond van de nieuwe ontwikkelingen in de Europese rechtspraak te plaatsen. De bijzondere focus van deze bijdrage ligt op de invulling van de vangnetbepaling vervat in art. 7.8 lid 4 Wet IB 2001 die tracht te voorkomen dat persoonlijke aftrekposten door de kwalificerende buitenlandse belastingplichtige of zijn partner zowel in de (buitenlandse) woonstaat als in de werkstaat Nederland in aanmerking worden genomen. Naast de aanpassing van de vangnetbepaling als tijdelijke oplossing, pleit de auteur voor een Europese oplossing.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Prof. mr. dr. R.H.C. Luja - Een vrijstelling voor hybride rente: dispariteit of steunmaatregel?
In deze bijdrage geeft de auteur een reactie op het artikel ‘Is de vrijstelling van rente op een hybride lening een onrechtmatige steunmaatregel?' van mr. dr. J. Vleggeert in WFR 2014/1325.
Met naschrift van mr. dr. J. Vleggeert
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Promovendus aan het woord
Op dinsdag 2 december 2014 is Aleksandra Marta Bal gepromoveerd aan de Leiden University op het proefschrift ‘Taxation of virtual currency'.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Ruim vijftien jaar kwijtschelding van Successierechten met kunst; een evaluatie
Sinds 1 januari 1997 is het mogelijk om erfbelasting te voldoen door middel van het overdragen van kunstvoorwerpen (hierna: voorwerpen) aan de Staat. Hierna aangehaald als de ‘kwijtscheldingsregeling'. Deze regeling is neergelegd in artikel 67 lid 3 van de Successiewet 1956. Ruim vijftien jaar na de inwerkingtreding van de kwijtscheldingsregeling vindt G.P. Stanco het zinvol om te kijken wat tot nog toe de resultaten zijn. Hoe verhoudt de Nederlandse regeling zich tot vergelijkbare regelingen in andere landen? Wat zijn de overeenkomsten en wat zijn de verschillen? Zijn er wellicht verbeterpunten te onderkennen?
Hoog tijd voor afschaffing van de houdsterverliesregeling
In deze bijdrage maken mr. V. Kloosterman en mr. drs. P. Ruige de balans op ten aanzien van de houdsterverliesregeling die nu meer dan een decennia van kracht is. Aandacht wordt besteed aan de totstandkoming, werking, jurisprudentie en recente wetsontwikkelingen in relatie tot de houdsterverliesregeling. De auteurs pleiten in het licht van de recente wetsontwikkelingen voor afschaffing van deze complexe, onvolmaakte en achterhaalde regeling.