Prof. mr. G.J.M.E. de Bont - De Bont for "watcher" van de belastingkamer! ;-)Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Prof. dr. T.M. Berkhout en mevr. mr. dr. M.J. Hoogeveen - Falsifieerbare normen en omstandighedencatalogus voor vastgoedexploitanten
Het is niet zo evident wanneer een persoon fiscaal belegt, dan wel onderneemt in vastgoed. Is iemand die een vastgoedportefeuille van € 10, 20 of 50 miljoen beheert, nu ondernemer of niet? In de huidige fiscale praktijk worden over deze problematiek – vanwege de enorme financiële belangen – volop verhitte discussies gevoerd. In de vakpers verschijnen steeds vaker casuïstisch getinte rechtspraak en daarop gebaseerde analyses. Maar scherpe contouren van oplossingsrichtingen en afwegingskaders voor de praktijk en de rechtspraak zijn nog niet te ontwaren. De jurisprudentie op dit terrein is zo casuïstisch dat daarin nauwelijks consistente lijnen te ontdekken vallen. Er wordt geen normatieve, voorspellende theorie ontwikkeld die falsifieerbaar is. Als een theorie niets voorspelt, kan ieder resultaat achteraf in overeenstemming met de theorie worden verklaard onder verwijzing naar de specifieke omstandigheden van het geval. Dat heeft gevolgen voor de rechts(on)gelijkheid en de rechts(on)zekerheid. De auteurs formuleren normen die in de praktijk al dan niet gefalsifieerd kunnen en zullen worden. Hierdoor ontstaat naar verwachting meer duidelijkheid over de invulling van de norm, worden "subregels" gecreëerd en zal er meer duidelijkheid komen in de relevante feiten en omstandigheden. Zo kan de norm van geval tot geval worden aangescherpt, wordt de informatieve inhoud van het recht groter en wordt het ontstaan van falsifieerbare regels bevorderd. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Drs. J.H. Asma AA RB en L.H. Storm van 's Gravesande RA - De Interest Rate Swap in drie fiscale sferen
Met een Interest Rate Swap (IRS) zet een onderneming variabele rente om naar vaste rente en vice versa. In dit artikel komt de verwerking van een IRS onder de Wet IB 2001 aan de orde bij goed koopmansgebruik (box 1), bij de eigenwoningschuld (box 1) en bij box 3-bezittingen en schulden. De IRS kan een negatieve of positieve waarde krijgen; op welke wijze wordt deze waardemutatie in elk van de drie fiscale sferen verwerkt? Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. L.J.A. Pieterse - De belastingrechter op een tweesprong
Verslag van de Dag voor de belastingrechtspraak, gehouden op vrijdag 7 november 2014 te Amersfoort. Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Mevr. mr. S.R. Abdoelkariem en F. Prinsen MSc - Het hoofdhuis en de vaste inrichting in de btw: ‘With or Without You'
In deze bijdrage gaan mevr. mr. S.R. Abdoelkariem en F. Prinsen MSc in op de afbakening van de belastingplicht van hoofdhuis en vaste inrichting voor de btw in een grensoverschrijdende situatie. De concrete vraag die zij bespreken is of het onder omstandigheden denkbaar is dat een vaste inrichting voor de heffing van btw als een zelfstandig belastingplichtige kan worden aangemerkt, ondanks de juridische eenheid met het hoofdhuis. In aansluiting daarop behandelen zij de vraag of de verhouding tussen hoofdhuis en vaste inrichting wijzigt indien een van beide onderdeel is van een fiscale eenheid btw. In samenhang daarmee bespreken zij de behandeling van internationale kostendoorberekeningen tussen hoofdhuis en vaste inrichting mede in het licht van de onlangs gepubliceerde International VAT/GST Guidelines.
Mr. E.I. Brouwer en mr. W.R. Kooiman -Derdenbeding en erfbelasting: een lachende derde
Aan de hand van een arrest van de Hoge Raad analyseren mr. E.I. Brouwer en mr. W.R. Kooiman de problematiek die kan spelen bij de successierechtelijke duiding van derdenbedingen. Leidt het overeenkomen van een derdenbeding wellicht tot een heffingslek, of juist tot dubbele heffing? Ook wordt ingegaan op de gevolgen van een derdenbeding waarmee wordt voldaan aan een natuurlijke verbintenis.