Prof. dr H. Vording - Om zes uur 's avonds
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Prof. mr. R.J.. de Vries en drs. F.J. Elsweier - Nieuw ‘Papillonbeleidsbesluit': eerste stap op weg naar een fiscale-eenheidsregime dat ‘EU-proof' is?
Op 16 december 2014 heeft de Staatssecretaris van Financiën een beleidsbesluit uitgevaardigd waarin – vooruitlopend op aangekondigde wetgeving – wordt beschreven onder welke omstandigheden en met inachtneming van welke voorwaarden een fiscale eenheid mogelijk is tussen (i) in Nederland gevestigde zustermaatschappijen die een gemeenschappelijke, in het buitenland gevestigde moedermaatschappij hebben en (ii) een in Nederland gevestigde grootmoeder- en kleindochtermaatschappijen, terwijl de aandelen in de kleindochter(s) worden gehouden door één of meer in het buitenland gevestigde tussenhoudstermaatschappijen (ook wel "Papillon fiscale eenheden" genoemd). De auteurs plaatsen een aantal met name praktisch getinte kanttekeningen bij de reikwijdte en mogelijke gevolgen van het besluit. Ingegaan wordt onder andere op de eisen die worden gesteld aan de in het buitenland gevestigde top- en tussenmaatschappij, mogelijke varianten van "Papillon fiscale eenheden", aspecten die bepalen welke zustermaatschappij het beste als moedermaatschappij van de fiscale eenheid kan worden aangewezen, fiscale vermogensopstellingen, het gevaar van dubbele verliesneming en de toevoeging of verdwijning van een in het buitenland gevestigde tussenmaatschappij.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. B. Emmerig en mr. P.R. van der Waal - De gewijzigde fictiefloonregeling
In dit artikel worden de wijzigingen per 1 januari 2015 in de fictiefloonregeling besproken. Betoogd wordt dat deze wijzigingen per saldo weinig veranderingen zullen opleveren en op één punt hebben geresulteerd in een regeling die de belastingplichtige in een betere positie brengen, hoewel de staatssecretaris het tegendeel beoogde.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. R.A. Bosman en mr. N.E. Muller - Belastingplan 2015: nog meer knelpunten in de energiebelasting
De auteurs bespreken een aantal belangwekkende wijzigingen in de energiebelasting per 1 januari 2015. Volgens de auteurs is de reikwijdte van de energiebelasting door de introductie van een nieuw belastbaar feit significant opgerekt. Verder is de rechtszekerheid niet gediend bij het ontbreken van wettelijke definities van enkele kernbegrippen in de afbakening van de belastingplicht en de vrijstellingen.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Promovendus aan het woord
Op woensdag 8 april 2015 zal mr. B. Starink promoveren aan de Tilburg University op het proefschrift ‘Belastingheffing over particulierpensioen en overheidspensioen in grensoverschrijdende situaties'.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Einde van een werkzaamheid; einde van een discussie?
In de literatuur bestaat discussie omtrent de rol van het realisatievoornemen bij de bron resultaat uit overige werkzaamheden. Prof. dr. J.P. Boer en prof. dr. A.O. Lubbers concluderen op basis van de rechtspraak van de Hoge Raad – in het bijzonder het recente arrest HR 6 februari 2015, nr. 13/06204, V-N 2015/10.12 – dat een werkzaamheid ook kan bestaan indien een realisatievoornemen ontbreekt. Hierbij is het type werkzaamheid – het brengen van een vermogensbestanddeel in een betere marktpositie – doorslaggevend. In dergelijke gevallen forceert het winstregime voor resultaatgenieters evenwel een belaste sfeerovergang van box 1 naar box 3, waarvoor geen doorschuif- of betalingsfaciliteit bestaat. Zij roepen de wetgever op voor dat geval een wettelijke voorziening te treffen.
Koffie verkeerd
De Europese Commissie is een kruistocht begonnen tegen de rulingpraktijken in een aantal Europese landen. Daarbij wordt rechtstreeks gerefereerd aan de OESO Transfer Pricing Richtlijnen waaruit conclusies worden getrokken waartoe zowel aard als inhoud van die Richtlijnen niet nopen. Bovendien miskent de Commissie dat bij de vraag of sprake is van een door belastingheffing conform een APA toegekend selectief voordeel in Nederland niet getoetst moet worden aan de OESO Transfer Pricing Richtlijnen, maar aan fiscaal goed koopmans gebruik en de jurisprudentie van de Hoge Raad inzake overeenkomsten in strijd met de wet. De beschikking is derhalve ondeugdelijk gemotiveerd en kan naar de mening van mr. G.H. Soeten niet in stand blijven.