Prof. dr. D.M. Weber  - Nieuwe algemene antimisbruikbepaling in de moeder-dochterrichtlijn
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Mw. mr. M. Zijgers - Belastingrente voor de erfbelasting

De uitwerking van de formele regels ten aanzien van belastingrente op aanslagen erfbelasting is niet algemeen bekend. Dit artikel geeft helderheid over de toepassing van de regelgeving, maar doet ook blijken dat er onwenselijke praktijksituaties zijn. Zo kan men geconfronteerd worden met belastingrente terwijl de aanslag binnen de aangiftetermijn is gedagtekend. Ook bij het vervallen van de BOR-vrijstelling binnen de vijf jaar durende voortzettingstermijn kan de onwenselijke situatie zich voordoen dat over meerdere jaren belastingrente in rekening wordt gebracht. In vele gevallen wordt belastingrente in rekening gebracht, maar de Belastingdienst zal onder de huidige regelgeving nooit belastingrente vergoeden over de periode tussen betaling van de aanslag en vermindering van de aanslag. De auteur geeft in dit artikel tevens aanbevelingen aan de wetgever.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Mr. E. Swaving Dijkstra - Art. 13a Wet VPB 1969 – toe aan een herwaardering?

Controlled foreign company-wetgeving (CFC-wetgeving), zoals art. 13a Wet VPB 1969, richt zich op het bestrijden van winstverschuiving. In foreign ligt reeds besloten dat buitenlandse dochterondernemingen het primaire doel zijn. In deze bijdrage zal worden ingegaan op de Europeesrechtelijke houdbaarheid van art. 13a Wet VPB 1969.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator

Binnenkort in het Weekblad

De algemene antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn

In deze bijdrage, die is opgesplitst in twee delen, gaan prof. mr. O.C.R. Marres en mevr. mr. I.M. de Groot in op de algemene antimisbruikbepaling die is geïntroduceerd in de Moeder-dochterrichtlijn door de wijzigingsrichtlijn van 27 januari 2015. In deel 1 zijn de auteurs ingegaan op de achtergrond en het toepassingsbereik van de algemene antimisbruikbepaling. In deel 2 maken zij een vergelijking met de door de OESO voorgestelde principal purpose test en het Nederlandse leerstuk fraus legis en komen de gevolgen van de toepassing van de algemene antimisbruikbepaling aan de orde.

Loon uit tegenwoordige arbeid versus loon uit vroegere arbeid

In deze beschouwing beziet Th.J.M. van Schendel het onderscheid tussen loon uit tegenwoordige arbeid en loon uit vroegere arbeid en de gevolgen van dit onderscheid voor de loonkwalificatie in perioden waarin de werknemer geen arbeid verricht. Hij concludeert dat tijdelijk inactiviteitsloon loon uit tegenwoordige arbeid is. Bij permanente inactiviteit is sprake van loon uit vroegere arbeid. Dit heeft tal van gevolgen voor de loonheffingen, die – bijvoorbeeld – van belang kunnen zijn als werkgevers en werknemers (vakbonden) onderhandelen over een sociaal plan waarin staat dat de werknemer gedurende een periode die direct voorafgaat aan de formele beëindiging van de dienstbetrekking met behoud van loon is vrijgesteld van het verrichten van arbeid.