Mr. D.P. Elling en mr. P. Tulp - Bijzondere omstandigheden in de onzakelijke-leningssfeer
Op 14 oktober 2016 heeft de Hoge Raad voor het eerst invulling gegeven aan het voorbehoud van de bijzonder omstandigheden in de onzakelijke-leningssfeer. In dit artikel onderzoeken de auteurs de vraag wanneer dergelijke bijzondere omstandigheden zich nog meer voordoen en pleiten de auteurs voor een ruimhartige toepassing van het voorbehoud van bijzondere omstandigheden zodat een lening niet ten onrechte als een onzakelijke lening wordt gekwalificeerd en de fiscale behandeling van gelieerde partijen in overeenstemming komt te liggen met de fiscale behandeling tussen derden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. mr. H.M. Kappelle - Reparatiewetgeving conserverende aanslag pensioen minder effectief dan wetgever beoogde
Op 19 juni 2009 oordeelde de Hoge Raad dat het opleggen van een conserverende aanslag aan een geëmigreerde pensioen- of lijfrentegerechtigde in strijd is met de goede verdragstrouw die Nederland op grond van het Verdrag van Wenen in acht moet nemen. In reactie hierop wijzigde de wetgever in recordtempo – en met terugwerkende kracht – de wet in een poging om het door deze arresten geslagen "lek" te dichten. Het door de wetgever beoogde effect van de reparatiewetgeving naar aanleiding van de 19 juni-arresten is echter niet bereikt. De zaken waarin Nederland een conserverende aanslag mocht opleggen zonder daarmee in strijd te komen met de goede verdragstrouw, worden geschraagd door de tekst van de desbetreffende verdragen. Door in die verdragen op te nemen dat Nederland mag blijven heffen in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld afkoop) mag Nederland zijn recht zeker stellen door het opleggen van een conserverende aanslag. In gevallen waar sprake is van een verdrag waarin het woonland exclusief het heffingsrechtrecht heeft, leidt de reparatiewetgeving er niet toe dat Nederland op enig moment na emigratie nog mag heffen. Het invoeren van de reparatiewetgeving leidde er (weer) toe dat Nederland eenzijdig het aan de andere verdragspartner toekomende heffingsrecht naar zich toe trekt. De gerechtvaardigde wens te kunnen heffen bij oneigenlijke afwikkeling in het buitenland van pensioenen en lijfrenten waarvoor in Nederland een fiscale faciliteit is verleend, kan alleen effectief worden verwezenlijkt door aanpassing van de betreffende belastingverdragen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. J.B.O. Bijl en M. Zeegers LL.M - No-cure-no-pay-diensten zijn onderworpen aan BTW
Een reactie op het artikel ‘De bezwarende titel en onzekere betalingen in de BTW' van mr. M.W.C. Soltysik en mr. dr. A.E. Spiessens (WFR 2017/44). Met naschrift van mr. M.W.C. Soltysik en mr. dr. A.E. Spiessens.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. mr. B.H. Suijkerbuijk - Afscheid van mr. C. (Cees) Schaap als raadsheer in de Hoge Raad
Kort verslag van het afscheid op 23 februari 2017 van mr. C. Schaap als raadsheer in de Hoge Raad.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Promovendus aan het woord
Op donderdag 11 mei 2017 zal Erik Ros promoveren aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘EU citizenship and direct taxation'
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Conserverende aanslag voor ab-aandelen in strijd met belastingverdrag?
In deze bijdrage roert prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis enkele kwesties aan met betrekking tot mogelijke strijd van de conserverende (belasting)aanslag voor aanmerkelijkbelangaandelen met het belastingverdrag. Er zijn zijns inziens serieuze problemen met deze regeling, met name in relatie tot die verdragen die een exclusief heffingsrecht toekennen aan de bronstaat voor vermogenswinsten op aandelen in onroerendezaakvennootschappen, daadwerkelijke invordering van de conserverende (belasting)aanslag na ommekomst van de verdragstermijn van vijf of tien jaren en de te geringe kwijtschelding van de conserverende (belasting)aanslag in geval van dividenduitkeringen na emigratie. De wetgever dient zich dan ook dringend te bezinnen op de conserverende (belasting)aanslag voor aanmerkelijkbelangaandelen.
Feiten en omstandigheden bij het opstellen van een fiscale openingsbalans
Bij het opstellen van een fiscale openingsbalans moet worden uitgegaan van de feiten en omstandigheden op openingsbalansdatum. De vraag rijst hoe moet worden omgegaan met later opgedane kennis met betrekking tot die feiten en omstandigheden.
Dr. mr. J.M. van der Heijden RA en prof. dr. A.O. Lubbers hanteren bij de beantwoording van deze vraag het kopers-perspectief, waarbij wordt uitgegaan van een (hypothetische) verkooptransactie met een koper op openingsbalansdatum.