Op donderdag 15 november verschijnt nummer 7262. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof. dr. L.G.M. Stevens en dr. F.M. Werger - Wet arbeidsmarkt in balans brengt geen evenwicht, maar biedt wel kansen voor vereenvoudiging van loonheffingen
Deze bijdrage besteedt aandacht aan de plannen van het kabinet om de premiedifferentiatie voor de WW te herzien. De huidige sectorindeling voor de WW komt te vervallen en vanaf 2020 wordt de bestaande premiedifferentiatie naar risicosector vervangen door premiedifferentiatie naar contractvorm.
Vooruitlopend op de invoering van de WAB – waar deze herziening onderdeel van is – heeft de minister op 29 juni 2018 aangekondigd “per direct” een aantal knelpunten rond de sectorindeling aan te pakken. Bovendien zijn gesplitste aansluitingen, concernaansluitingen en aansluitingen van nevenbedrijven voor nieuwe gevallen niet meer mogelijk. De auteurs concluderen dat deze terugwerkende kracht niet voldoet aan de rechtsstatelijke eisen die aan een dergelijke wetgevingsoperatie behoren te worden gesteld. Voorts betogen zij dat de maatregel om de premiedifferentiatie WW te hervormen niet effectief zal zijn. Het kernprobleem schuilt immers niet in de aard van het arbeidscontract (vast of flex), maar in de ongelijke concurrentieverhoudingen tussen zzp’ers en werknemers. De auteurs nemen de gelegenheid te baat om te komen tot vereenvoudigingen in de inhoudingssfeer. Zij bepleiten een loonsomheffing als voorheffing op een in het leven te roepen (brede) vlaktaks en voor de werknemersverzekeringen een heffing over het totale premieloon zonder premiedifferentiatie met vereenvoudigde berekeningssystematiek. Ook wordt bepleit de inhoudingsplicht te stroomlijnen door de draad van de VAR weer op te pakken en deze te beperken tot de hoofdvraag of er al dan niet sprake is van inhoudingsplicht.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Drs. H.P.W. Snijders en mr. M.A.C. van Elk - Wetsontduiking: ‘Don’t blame the player, blame the game’
Het zoeken naar de fiscaal voordeligste weg is een internationaal erkende vrijheid van iedere belastingplichtige. Naar de mening van drs. H.P.W. Snijders en mr. M.A.C. van Elk haalt de Hoge Raad in de regel een streep door de met wetsontduiking (leerstuk fraus legis) beoogde belastingbesparing. Desondanks blijft het kennelijk profijtelijk om de wet te ontduiken – met behulp van betekenisloze transacties – omdat het vaak lukt om die transacties en de constructie verborgen te houden in de aangifte. Een manier om dit ongewenste gedrag tegen te gaan zou kunnen zijn om de (navorderings)termijn bij dergelijke constructies pas in te doen gaan vanaf het moment dat de betekenisloze transacties worden ontdekt door de inspecteur.
Op die manier wordt de niet-transparante wetsontduiker in een gelijke positie gebracht met de belastingplichtige die op transparante wijze de voordeligste weg zoekt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. prof. mr. dr. M.B.A. van Hout - Fiscale rechtshulp voor hulpbehoevende belastingplichtigen
In de Verenigde Staten is er een National Taxpayer Advocate Service die ten doel heeft om de rechten van belastingplichtigen te beschermen. In Nederland zijn de voorzieningen voor fiscale rechtshulp beperkt, terwijl niet-zelfredzame burgers eveneens geconfronteerd kunnen worden met complexe fiscale vraagstukken en de Belastingdienst steeds slechter bereikbaar wordt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. mr. E.J.F.C. van Nijnatten - Verwachtingen managen: het EU-Handvest in de Nederlandse fiscaliteit
Verslag van de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Belastingwetenschap over het thema “EU-Handvest in de Nederlandse fiscaliteit”, gehouden op 20 september 2018 te Den Haag.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Voorstellen tot een meer evenwichtige versobering van de voorwaartse verliesverrekeningstermijn in de vennootschapsbelasting
Van de Prinsjesdagvoorstellen maken diverse maatregelen deel uit die de grondslag van de vennootschapsbelasting beogen de verbreden. Op deze wijze wordt een deel van de beoogde tariefsverlaging tot 20,5% vanaf 2021 gefinancierd. Eén van die maatregelen is een verdere versobering van de voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (carry forward). De maatregel doet nog een schepje bovenop de reeds bij de Wet Werken aan winst per 1 januari 2007 aanzienlijk ingeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn. In deze bijdrage neemt prof. dr. J.L. van de Streek de voorgestelde versobering van de carry-forwardtermijn onder de loep vanuit een fiscaal-beleidsmatige optiek. Hij vreest voor schadelijke effecten op het vestigingsklimaat, meent dat een uitzondering voor het mkb op zijn plaats is en betoogt dat ook iets moet worden gedaan aan de mogelijkheid om de aftrek van liquidatieverliezen op deelnemingen oneindig uit te stellen.
Advieskosten en toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
In deze bijdrage zal prof. dr. R.P.C. Cornelisse betogen dat de kosten van advies die door een BV worden gemaakt in het kader van de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet IB 2001 en de Successiewet 1956 ter zake van een schenking door een AB-houder van de door hem gehouden aandelen in een BV aan de (beoogde) bedrijfsopvolger geen onttrekking vormen maar door de BV ten laste van haar winst kunnen worden gebracht.
Producten: WFR-signaleringen