Op donderdag 14 maart verschijnt nummer 7278. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. H.B.A. Verhoeven - Waar staan we nu, na zes jaar verhuurderheffing?

Tegen de achtergrond van aanzienlijke discutabele uitgaven bij woningcorporaties heeft het kabinet-Rutte I een wetsontwerp ingediend dat onder het kabinet-Rutte II heeft geleid tot de Wet verhuurderheffing. Deze wet heeft gegolden voor 2013. De verhuurderheffing is een belasting naast de vennootschapsbelasting met als grondslag de WOZ-waarde van verhuurde (sociale) woningen. Onder het kabinet-Rutte II is deze heffing met ingang van 2014 een onderdeel geworden van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II, met een aanzienlijk hoger tarief, waartegenover nu evenwel heffingsverminderingen staan voor maatschappelijk gewenste investeringen. Dit artikel beschrijft de ontwikkeling van deze heffing en geeft een toekomstperspectief.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. mr. dr. R.H.C. Luja - Rulings, royalty’s en staatssteun: een eerste tussenstand

In deze bijdrage komt de Commissie-beschikking in de tweede en derde Gibraltar-zaak aan bod, waarin onder meer vrijstellingen voor passieve interest en voor royalty’s als onrechtmatig werden bestempeld en CV-BV-rulings onder vuur werden genomen. Verder wordt ingegaan op recente uitspraken van het Gerecht in de Belgische Excess Profit-zaak en, wederom, in de World Duty Free-zaak ten aanzien van de Spaanse afschrijving op goodwill, waarin het selectiviteits­beginsel nader wordt ingekaderd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. E.I. Brouwer -Op weg naar een nieuw woonplaatsbegrip?

In dit artikel constateert de auteur dat recente jurisprudentie over het fiscale woonplaatsbegrip tot verwarring kan leiden. Aan de hand van een beschouwing van de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie worden enkele elementen onderscheiden die nog steeds een rol lijken te spelen bij de woonplaatsbepaling. Tevens bevat het artikel een aanbeveling om het woonplaatsbegrip te verduidelijken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R. Taha - Tax Transparency Seminar 2018

Verslag van het seminar ‘Tax Transparency Benchmark 2018’ georganiseerd door VBDO in samenwerking met PwC, gehouden op 22 november 2018 in ABP Auditorium te Amsterdam.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Is het innen van de conserverende aanslag bij emigratie in strijd met de goede ­verdragstrouw?

In deze bijdrage zal prof. dr. R.P.C. Cornelisse bespreken of Nederland in verdragsrelaties, die zijn beïnvloed door de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, de ter zake van een op of na 15 september 2015 plaatsgevonden emigratie van een AB-houder opgelegde conserverende aanslag bij een latere vervreemding van de aan de conserverende aanslag ten grondslag liggende aandelen onbeperkt kan invorderen. Geconcludeerd wordt dat Nederland – op een enkele uitzondering na – inderdaad in deze gevallen de conserverende aanslag kan invorderen. Echter in relatie tot de Belastingregelingen Nederland Curaçao en Nederland Sint Maarten is bij invordering na een periode van tien jaar na de datum van emigratie sprake van strijd met de goede trouw. Ten slotte zou het Nederland sieren door met betrekking tot te sluiten belastingverdragen klare wijn te schenken met betrekking tot het aanmerkelijkbelangvoorbehoud en niet langer in voorkomende gevallen op twee paarden te wedden.

Het identificeren van directe kosten in de btw

Gemengd presterende btw-ondernemers moeten voor het bepalen van de omvang van het recht op aftrek van voorbelasting vaststellen in hoeverre btw op kosten rechtstreeks aan aftrekgerechtigde dan wel niet-aftrekgerechtigde prestaties is toe te rekenen. De criteria voor het identificeren van deze directe kosten zijn in de jurisprudentie van het HvJ EU niet uitgekristalliseerd. Met name de aard en inhoud van het verdisconteringscriterium roepen hierbij vragen op. Mede aan de hand van enkele recente ontwikkelingen in de rechtspraak, onderzoekt mr. dr. S.B. Cornielje de wijze waarop directe kosten moeten worden geïdentificeerd, en wat daarbij het belang is van het verdisconteringscriterium.

Producten: WFR-signaleringen

1