Op donderdag 24 juni verschijnt nummer 7388. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. R. Stam CPL - Een toekomst voor de lijfrente

Dat het in 2019 gesloten pensioenakkoord ook wijzigingen aanbrengt in het lijfrente­regime is al langer bekend. Het pensioenakkoord geeft immers aan dat de opbouw­mogelijkheden in de tweede pijler (werkgevers- en beroepspensioenregelingen) en de derde pijler (lijfrentevoorzieningen) gelijk worden getrokken. Op 16 december 2020 is het concept voorstel Wet toekomst pensioenen ter consultatie aangeboden op internet. Deze wet vormt het belangrijkste uitvloeisel van dit pensioenakkoord. Met dit wetsvoorstel worden de opbouwmogelijkheden gelijker getrokken. De regering wil echter nog een stap verder gaan, want behalve de opbouwmogelijkheden wil de regering ook qua vormgeving en spelregels dat lijfrenten en pensioen meer op elkaar gaan lijken. Het toekomstbeeld voor lijfrenten dat de regering voor ogen staat, zal op meerdere punten niet met gejuich worden ontvangen. In deze bijdrage gaat de auteur in op dit toekomstbeeld en doe ik concrete suggesties voor een andere toekomst.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. A. Nolten en J.R. Goudsmit LLM - De fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen: Het wiel opnieuw uitvinden? (deel 1)

In dit artikel gaan de auteurs in op de wens van het kabinet om eigen vermogen en vreemd vermogen fiscaal meer evenwichtig te behandelen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de aankondiging tot onderzoek naar de mogelijke invoering van een vermogensaftrek in combinatie met een verdere aanscherping van de Nederlandse earningsstrippingmaatregel.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. M. Tydeman-Yousef - Nieuwe, niet altijd transparante, transparantieregels voor stichtingen (deel 2)

Stichtingen hebben het afgelopen jaar met nieuwe transparantievoorschriften te maken gekregen. Daar komen op korte termijn nieuwe transparantieregels bij. In een tweeluik bespreekt de auteur wat die recente transparantie­regels voor stichtingen betekenen. In het eerste deel kwamen de consequenties van de UBO-registratieplicht voor de stichting aan de orde. In het tweede deel focust de auteur op de andere transparantieregels voor de stichting: het interne uitkeringenregister, de informatieplicht over donaties aan maatschappelijke organisaties, de standaardformulieren voor grote anbi’s voor transparantievergroting en de deponeringsplicht van de balans en staat van baten en lasten.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Drs. H. Weijnen - Kosten leefvervoer: juist gebruik CBS-cijfers vereist

Voor de kosten van leefvervoer verwijst de Belastingdienst naar het CBS. Welke cijfers van het CBS daarbij kunnen worden gebruikt, en hoe deze op de juiste wijze zijn te interpreteren, daarover schieten het Ministerie van Finan­ciën, de Belastingdienst en de rechtspraak al jarenlang ernstig tekort. Niet zelden worden de verkeerde gegevens gebruikt of worden de gegevens niet op de juiste wijze geïnterpreteerd. Zie de voorbeelden in onderdeel 2.2 en 4. In dit artikel licht ik toe waarom de gegevens van het CBS over bestedingen aan vervoer van Nederlandse huishoudens, mits op de juiste wijze gebruikt, het meest geschikt zijn voor de berekening van de fiscale aftrek van de kosten voor leefvervoer in verband met ziekte en handicap.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Een labyrint van keuzes bij internationale fiscale geschilbeslechting

In deze bijdrage gaan mr. W.E.J. Dijkstra, mr. D. Horvath en prof. mr. F.P.G. Pötgens in op de keuzes die belanghebbenden moeten maken voor een internationaal geschil­beslechtingsmechanisme (arbitrage). Dergelijke mechanismen kunnen opgenomen zijn in de EU-Arbitragerichtlijn/WFA, het EU-Arbitrageverdrag en belastingverdragen, eventueel in combinatie met het MLI. Vastgesteld is dat de uiteindelijke keuze voor een ­internationaal geschilbeslechtingsinstrument afhankelijk kan zijn van de temporele, de materiële en territoriale reikwijdte daarvan. Bij de te maken keuze kunnen samenloopregelingen die in dergelijke mechanismen zijn vervat alsmede de mogelijkheid van een multilaterale procedure, de samenloop met nationale procedures en de rechtsbescherming (en het gebrek daaraan in internationale procedures) een rol spelen. Indien uiteindelijk is gekozen voor een bepaald internationaal geschilbeslechtingsmechanisme is ook de uitkomst en de aard van de mogelijke uitkomst van belang.

De PPT & zetelverplaatsingen

In deze bijdrage staat de volgende vraag centraal: is er ruimte voor toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) bij zetelverplaatsingen? In dit kader gaan S.H.J.P. Adriaans LLM en L.C. van Hulten MSc in op het motiefvereiste, het ­normvereiste alsmede de verhouding van de PPT tot de ‘nieuwe’ tiebreaker in het OESO-modelverdrag.

Producten: WFR-signaleringen

1