Op 3 oktober 2023 is nummer 7496 verschenen. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- Prof. mr. O.C.R. Marres - Het rentesaldo in de earningsstrippingmaatregel
De Nederlandse implementatie van de earningsstrippingmaatregel van ATAD 1 in art. 15b Wet VPB 1969 is relatief eenvoudig. De grootste uitdaging is de juiste interpretatie van de termen ‘geldlening’, ‘rentelasten’ en ‘rentebaten’. De auteur beoogt hiervoor richtsnoeren te geven. Hij gaat daartoe mede in op de aanbevelingen uit het BEPS Action 4 Report en de verhouding tussen nationaal recht en secundair Unierecht. Tevens worden specifieke instrumenten beoordeeld, en wordt ingegaan op de overdracht van vorderingen. - Mr. P.F. Zijlstra - Artikel 37d Wet OB 1968. Ook voor projectontwikkeling?
De Hoge Raad oordeelde in 2008, dat art. 37d Wet OB 1968 ook bij overdracht van verhuurd onroerend goed leidt tot het onbelast blijven van de transactie voor de btw. De Hoge Raad is opnieuw aan zet, over de vraag of dat anders moet uitpakken als het om nieuwgebouwd onroerend goed gaat dat door de verkoper zelf is ontwikkeld en verhuurd. De auteur meent van niet. Volgens zijn analyse volgt uit rechtspraak van het HvJ EU, waaronder de recent gewezen HvJ EU zaak “W”, dat het voor toepassing van art. 37d Wet OB 1968 niet om de (intenties van de) ondernemer draait maar om de onderneming. Ongeacht of die onderneming, als exploitatie-onderneming ex art. 7 lid 2 onderdeel b Wet OB 1968, het resultaat is van projectontwikkeling. Een andere visie, waarbij intenties van verkopers in de beoordeling worden betrokken, leidt volgens de auteur tot willekeurigheid en bijgevolg rechtsonzekerheid. - Rubriek Parlementair
Producten: WFR-signaleringen
121