Belanghebbende, mevrouw X, is actrice. In haar IB-aangifte over 2012 geeft X € 14.770 aan als loon uit dienstbetrekking van drie werkgevers. In de aanvullende aangifte en later ook in de beroepsfase stelt X dat de vergoedingen van in totaal € 15.597 van vijf stichtingen winst uit onderneming zijn. In geschil is of X daarom terecht de zelfstandigenaftrek, alsmede de startersaftrek en mkb-winstvrijstelling claimt. Volgens X krijgt zij tijdens optredens geen aanwijzingen van iemand met werkgeversgezag.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X als actrice weliswaar een grote mate van vrijheid heeft bij de invulling van haar werkzaamheden, maar dat betekent niet dat een gezagsverhouding ontbreekt. Bij voorbesprekingen en repetities worden namelijk wel degelijk aanwijzingen gegeven. Met twee stichtingen zijn voorts schriftelijke arbeidsovereenkomsten gesloten. Aangezien de werkzaamheden tegen een vooraf overeenkomen vergoeding worden verricht en de CAO (loondoorbetaling bij zieke) van toepassing is, loopt X geen ondernemersrisico. De tijdelijke aard van die overeenkomsten maakt dat niet anders. Aannemende dat X voor drie andere stichtingen wel als zelfstandige heeft gewerkt, dan nog maakt X niet aannemelijk dat zij aan het urencriterium heeft voldaan. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 5 september