De heer X woont vanaf 1998 op hetzelfde adres in Nederland. In februari 2014 wordt bij een controle geconstateerd dat X in een bestelauto met Bulgaars kenteken rijdt. De auto had vroeger een Nederlands kenteken en was eind 2012 geëxporteerd. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak van 26 februari 2013 tot en met 25 februari 2014 van € 1.676, alsmede de 100% verzuimboete. X stelt dat de auto niet zijn eigendom is en dat hij deze slechts voor een uur had geleend om iets te vervoeren. In de beroepsfase overlegt X ook schriftelijke verklaringen van diverse buren, waaruit blijkt dat zij hem nimmer in de bestelauto hebben zien rijden.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X de auto tijdens de controle feitelijk ter beschikking had en dat een duurzame terbeschikkingstelling niet is vereist. Volgens HR 2 maart 2012, nr. 10/00348, V-N 2012/14.20 is de MRB-heffing ter zake van een niet in Nederland geregistreerde auto niet strijdig met het EU-recht, gelet op de tegenbewijsregeling ten aanzien van de duur van het houderschap. X slaagt niet in de op hem rustende zware bewijslast (art. 34 lid 3 Wet MRB 1994). De verklaringen van de buren zijn namelijk begin 2016 afgelegd. Het tijdsverloop tussen het tijdvak van naheffing en de verklaringen is te groot. Het aanbod van X op de zitting om alsnog een verklaring van de eigenaar van de auto te overleggen, is tardief. Vanwege de financiële omstandigheden van X wordt de boete gematigd tot € 168. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Lees ook het thema Wetsvoorstel Uitwerking Autobrief II.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 34
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 5 september