Het afschaffen van het partnerbegrip voor samengestelde gezinnen heeft dusdanige juridische, budgettaire en uitvoeringstechnische gevolgen dat het niet past om hier als demissionair kabinet over te beslissen. Dat schrijft staatssecretaris Van Huffelen van Financiën aan de Tweede Kamer.

Van Huffelen reageert hiermee in algemene zin op de situatie van een toeslaggerechtigde die toeslagpartner is geworden van haar moeder, hetgeen voor haar nadelige financiële gevolgen heeft. Het partnerbegrip uit de Awir is op dit moment zo ingericht dat ongehuwd samenwonenden met kinderen (samengestelde gezinnen) binnen de fiscaliteit en toeslagen op dezelfde wijze worden behandeld als een echtpaar op basis van een huwelijk of daarmee gelijkgesteld of samenwonenden die nog iets extra gemeenschappelijks hebben. Indien twee meerderjarigen op hetzelfde adres staan ingeschreven én ook een minderjarig kind van één van beide op het adres staat ingeschreven, worden de twee meerderjarigen aangemerkt als toeslagpartner (behalve als er sprake is van zakelijke onderhuur). Deze bepaling raakt alle toeslagen.

Naar aanleiding van de motie Lodders/van Weyenberg (V-N 2020/61.17) en de kabinetsreactie op de Parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag heeft het kabinet een inventarisatie gedaan naar mogelijke verbeteringen van het huidige toeslagenstelsel. Op dit moment wordt tevens de evaluatie van de Awir voorbereid.

Er zijn individuele maatwerkoplossingen mogelijk voor mensen die door het toeslagenstelsel in een financieel lastige situatie terechtkomen.

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 3

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 6 oktober

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen