Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht de netwerkactiviteiten als bron van inkomen aanmerkt. De relatief geringe inspanningen en de onzekerheid van de hoogte van de opbrengsten zijn niet doorslaggevend. Het gaat erom of positief resultaat kan worden verwacht.

Belanghebbenden geniet in 2016 inkomsten uit zijn eenmanszaak. Daarnaast ontvangt hij inkomsten van een bedrijf dat voedingssupplementen verkoopt via tussenpersonen. Deze inkomsten bestaan uit de eigen verkoopopbrengsten, wervingspremies voor nieuwe sub-verkopers en commissies over verkopen van aangebrachte sub-verkopers (commissie-opbrengsten). In geschil is de vraag of de netwerkactiviteiten voor het voedingssupplementenbedrijf zijn aan te merken als een bron van inkomen van belanghebbende en de daaruit voortvloeiende commissieopbrengsten belastbaar zijn als winst uit onderneming.

Het hof oordeelt dat de inspecteur de netwerkactiviteiten terecht als bron van inkomen aanmerkt. De inspanningen van belanghebbende om een netwerk van sub-distributeurs op te bouwen en te onderhouden, vormen een verklarende factor voor de genoten opbrengsten. Hoewel de inspanningen relatief gering zijn en de hoogte van de commissie-opbrengsten onzeker zijn, is er sprake van een bron van inkomen. Het gaat erom of positief resultaat kan worden verwacht. Het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 6 oktober

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen