Ouderen met een aanvullend pensioen zijn in het algemeen bekend met het feit dat pas bij de heffing van inkomstenbelasting verschillen in progressie of heffingskortingen "gladgestreken" worden. Dit heeft Staatssecretaris Weekers van Financiën geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Groot en Vermeij (PvdA).

Brief Staatssecretaris van Financiën, 16 mei 2013, nr. DB 2013/93 U

In het geval burgers van twee of meer inhoudingsplichtigen een inkomen ontvangen, zullen veelal de heffingskortingen slechts bij één van die inhoudingsplichtigen te gelde worden gemaakt. Vaak worden de heffingskortingen te gelde gemaakt bij de inhouding op de AOW door de SVB omdat dan ook de (alleenstaande) ouderenkorting wordt verrekend. Dit is alleen anders indien de burger aangeeft de heffingskortingen bij een andere inhoudingsplichtige te gelde te willen maken. In de situatie dat in een maand al wel een aanvullend pensioen wordt ontvangen maar nog geen AOW (bijvoorbeeld bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd), zullen inderdaad de heffingskortingen niet worden vergolden. Dit betekent dat in deze situatie bij de aanslag inkomstenbelasting de heffingskortingen over die maand alsnog zullen worden vergolden.  Ouderen met een aanvullend pensioen zijn in het algemeen bekend met het feit dat pas bij de heffing van inkomstenbelasting verschillen in progressie of heffingskortingen "gladgestreken" worden. Op de site van de Belastingdienst wordt aandacht besteed aan de problematiek van samenloop van AOW en pensioen of andere uitkeringen.  Dit heeft Staatssecretaris Weekers van Financiën geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Groot en Vermeij (PvdA) over mogelijke fouten in loonstrookjes als gevolg van de samenloop van de Wet ULV en de AOW leeftijdsverhoging.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 21 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen