Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen twee navorderingsaanslagen IB/PVV. In geschil is of de inspecteur het bezwaar terecht wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk heeft verklaard. X stelt dat de navorderingsaanslagen onjuist zijn geadresseerd. De Belastingdienst heeft de aanslagen naar zijn oude adres in Nederland gestuurd in plaats van naar zijn nieuwe adres in Spanje, aldus X.
Hof Den Haag oordeelt in navolging van Rechtbank Dordrecht dat van een onjuiste adressering van het aanslagbiljet geen sprake is. Toen de inspecteur de aanslagen in december 2007 oplegde, woonde X volgens gegevens uit de Basisregistratie personen nog niet in Spanje. X heeft in een brief aan de inspecteur uit mei 2007 terloops opgemerkt dat hij de winters doorbrengt in Spanje. Uit deze brief is niet af te leiden dat X in Spanje woonde of ging wonen. Op de inspecteur rust voorts niet de verplichting om een belastingplichtige erop te wijzen dat deze zelf moet zorgen voor doorzending van post bij langdurig verblijf of wonen in het buitenland. Het hoger beroep is ongegrond, de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar blijft in stand.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 3:40