Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een melding van betalingsonmacht niet rechtsgeldig is als de naheffing het gevolg is van opzet of grove schuld.

X is bestuurder van een bv, die eind 2012 een grote post crediteuren op haar balans heeft staan. Voor € 247.656 is destijds aftrek van voorbelasting gekregen. Volgens de inspecteur is de bv deze voorbelasting weer verschuldigd, omdat na het opeisbaar worden van de facturen meer dan twee jaren zijn verstreken. Vanwege grove schuld is ook een 25% vergrijpboete opgelegd. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor de naheffing, zijnde € 51.324 inclusief heffings- en belastingrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een melding van betalingsonmacht niet rechtsgeldig is als de naheffing het gevolg is van opzet of grove schuld. Er kan dus in het midden blijven of ooit een melding heeft plaatsgevonden. De naheffing valt niet onder een vaststellingsovereenkomst (vso) die met de inspecteur is gesloten. Deze vso zag namelijk alleen op toekomstige naheffingen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 7

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 15 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen