Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft een deel van de tijdens het wetgevingsoverleg van maandag 25 oktober 2021 gestelde vragen schriftelijk beantwoord. Het resterende deel wordt op maandag 1 november 2021 mondeling beantwoord. Daarnaast heeft hij de vragen van de NOB en het RB beantwoord.

Wetsvoorstel Belastingplan 2022

De stijgende energieprijzen zijn geen reden voor het verhogen van het forfait van € 2 per dag voor de vergoeding van thuiswerkkosten. Er is reeds voorzien in twee aanpassing in de energiebelastingen. Verder wordt bevestigd dat voor de heffing van IB en VPB alleen het bedrag van € 0,95 (koffie/thee) onder de aftrekbeperking gemengde kosten valt en het resterende bedrag van € 1,05 volledig aftrekbaar is van de winst.

Wetsvoorstel aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten

Onder het verhandelbaar worden van de bij uitoefening van een aandelenoptierecht verkregen aandelen wordt ook verstaan het eerste moment waarop de aandelen aan een selecte groep verkocht kunnen worden.

Wetsvoorstel implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn anti-belastingontwijking

Het verzoek van Kamerlid Idsinga om de uitgangspunten bij de documentatieverplichting van art. 12ag van de Wet Vpb 1969 die gelden ten aanzien van de reguliere hybridemismatchmaatregelen uit de Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking te vatten in een beleidsbesluit is afgewezen. Deze documentatieverplichting geldt niet ten aanzien van omgekeerde hybride lichamen uit het onderhavige wetsvoorstel.

Wetsvoorstel verlaging tarief en maandelijks aanpassen verhuurderheffing

De verlaging van de verhuurderheffing stelt corporaties in staat extra plannen te maken of bestaande plannen naar voren te halen zodat zij eerder en meer nieuwe woningen kunnen opleveren dan eerder voorzien. De maatregel heeft een structureel effect, dat niet verdampt maar mee oploopt met de WOZ-stijging.

Kamerlid Nijboer stelt voor om de huurinkomsten van vastgoed niet in box 3, maar in box 1 te belasten. Het voorstel houdt een uitgebreide en complexe wijziging in van het belastingstelsel. Het belasten van (inkomsten uit) onroerende zaken moet in de ogen van het demissionaire kabinet worden gezien binnen de context van de bredere discussies over de fiscale behandeling van vermogen en de woningmarkt. Het is aan een nieuw kabinet om hierover te besluiten.

Ook het verder afbouwen van fiscale voordelen voor eigenwoningbezitters en het afschaffen van de schenkingsvrijstelling eigen woning wordt doorgeschoven naar een nieuw kabinet.

Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel

In voorkomende gevallen kunnen de regeling inzake voordelen uit hoofde van een gecontroleerd lichaam (aanvullende CFC-maatregel) en de voorgestelde maatregelen uit dit wetsvoorstel gelijktijdig van toepassing zijn en daardoor tot dubbele heffing leiden. Het kabinet heeft ervoor gekozen om geen samenloopregeling op te nemen die deze (relatief beperkte) dubbele belasting moet wegnemen, mede ook vanuit een toename van de complexiteit.

Voor bepaalde situaties waarin een belastingplichtige een bedrijfsmiddel heeft verkregen van een aan hem gelieerd lichaam in boekjaren die aanvangen op of na 1 juli 2019 en vóór 1 januari 2022 waarop in een boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2022 nog kan worden afgeschreven, wordt een afschrijvingsbeperking geïntroduceerd. Afschrijvingen die in eerdere jaren reeds in aanmerking zijn genomen worden niet teruggenomen door de maatregelen in dit wetsvoorstel. De datum van 1 juli 2019 sluit aan bij de ingangsdatum van de nieuwe rulingpraktijk.

Het kabinet heeft het wetsvoorstel aangevuld met extra maatregelen die zien op de overdracht van een schuld. Als gevolg hiervan grijpt het wetsvoorstel ook aan bij de overdracht van een schuld door een gelieerd lichaam aan een belastingplichtige die leidt tot een dubbele niet-heffing. Het kabinet ziet geen aanleiding om een extra handvat in de vorm van bijvoorbeeld een antimisbruikbepaling in de wet op te nemen.

Wetsvoorstel delegatiebepalingen tegemoetkomingen schrijnende gevallen

De voorgestelde maatregelen komen naast de al bestaande andere wettelijke instrumenten te staan en verhinderen het gebruik van die instrumenten niet. De problematiek waar de voorgestelde maatregelen een oplossing voor kunnen bieden, doet zich specifiek voor in de relatie tussen belanghebbenden en de inspecteur of ontvanger. Het kabinet blijft van mening dat de voorgestelde maatregelen niet verder moeten gaan dan die relatie. Daarom is niet voor een algemene regeling gekozen, maar voor gerichte aanpassingen van de AWR en IW 1990.

Op voorhand worden geen schrijnende situaties uitgesloten en kan tot tegemoetkoming worden overgegaan indien dat nodig en passend wordt bevonden. De schrijnende gevallen waarvoor een tegemoetkomingsregeling wordt opgesteld, zullen via de voorhangprocedure uiteindelijk eerst aan de Tweede en de Eerste Kamer worden voorgelegd. De situatie die mogelijk in aanmerking zou kunnen komen voor een tegemoetkoming gebaseerd op de delegatiebepalingen is de situatie rondom de minnelijke schuldsanering natuurlijk personen (MSNP).

Uithuisplaatsing

In de reactie van de staatssecretaris wordt verder uitgebreid ingegaan op vragen over de uithuisplaatsing van kinderen door de toeslagenaffaire. Om meer over de achtergronden te weten te komen, wordt ingezet op twee sporen. In de eerste plaats is aan betrokken organisaties, zoals de gecertificeerde instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming, gevraagd te reflecteren op hun eigen handelen. In de tweede plaats wordt met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid gekeken naar het uitvoeren van een nader onderzoek.

Specifiek voor gedupeerde ouders en kinderen die op dit moment nog te maken hebben met een uithuisplaatsing werkt het Rijk samen met de VNG en vertegenwoordigers van de RvdK, jeugdbescherming en jeugdhulpaanbieders aan een voorstel voor een aanpak. Het uitwerken van deze aanpak heeft grote prioriteit maar neemt ook enige tijd in beslag. De aanpak wordt zo spoedig mogelijk aangeboden aan de Kamer.

Vragen NOB/RB

In een aparte bijlage zijn de vragen uit de commentaren van de NOB en het RB beantwoord. De NOB heeft veel vragen gesteld over het wetsvoorstel implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn anti-belastingontwijking en het wetsvoorstel voorkoming mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel. Het RB heeft veel vragen gesteld over het aanpassen van de eigenwoningregeling in partnersituaties en bij overlijden. In de antwoorden wordt de zienswijze bevestigd of worden situaties verduidelijkt. Ook de vragen over de overige wetsvoorstellen zijn beantwoord.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Zie voor meer informatie ook de volgende fiscale themapagina's:
Wetsvoorstel Belastingplan 2022

Wetsvoorstel aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten

Wetsvoorstel implementatie belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn anti-belastingontwijking

Wetsvoorstel verlaging tarief en maandelijks aanpassen verhuurderheffing

Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel

 

 

 

 

 

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2021

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 1 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen