Hof Amsterdam oordeelt dat niet is gebleken van een samenhangende zaak in de zin van art. 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, zodat er geen grond bestaat voor de door de rechtbank toegepaste halvering van het bedrag.

Aan belanghebbende (X) is een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd alsook een boete. Na daartegen gemaakt bezwaar is de aanslag vernietigd, maar het verzoek om kostenvergoeding voor de bezwaarprocedure is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de inspecteur alsnog veroordeeld in de proceskosten van de bezwaarprocedure. Ook krijgt X vergoeding voor de kosten van het beroep. Daartegen komt X in hoger beroep. Uitsluitend is in geschil of de proceskostenvergoeding door de rechtbank juist is vastgesteld.

Hof Amsterdam oordeelt dat de vergoeding voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand door de rechtbank juist is berekend. Echter, niet is gebleken van een samenhangende zaak zodat er geen grond bestaat voor de door de rechtbank toegepaste halvering van het bedrag. De regeling voor samenhangende zaken kan slechts toepassing vinden als sprake is van meerdere zaken, waarbij in elk van die zaken een vaststelling van kosten dient plaats te vinden (Hoge Raad 19 december 2008, nr. 44 041, LJN BG7294). Daarvan is geen sprake. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

2

Gerelateerde artikelen