Rechtbank Arnhem overweegt dat het door de strafrechter vastgestelde wederrechtelijk voordeel niet bepalend is voor het fiscaal behaalde voordeel.

Belanghebbende, X, heeft zich in de jaren 2004 tot en met 2006 bezig gehouden met het organiseren en gelegenheid geven tot deelneming aan de kansspelen lotto en toto zonder dat X over de daarvoor benodigde vergunningen beschikte. X is voor de periode 1 januari 2004 tot en met 5 september 2006 door Hof Amsterdam veroordeeld voor witwaspraktijken. Tevens is X veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 75 000 aan wederrechtelijk verkregen voordeel vanwege het organiseren van de illegale voetbaltoto. De inspecteur corrigeert het door X aangegeven inkomen vervolgens met € 80 000 per jaar voor de jaren 2004 en 2005 en voor het jaar 2006 met € 90 000. Ook is het inkomen uit sparen en beleggen verhoogd met 25% van het saldo op een Duitse bankrekening. X komt in beroep.

Rechtbank Arnhem overweegt dat X administratieplichtig is omdat hij met de illegale activiteiten belastbare winst uit onderneming heeft genoten. Vervolgens wordt geconcludeerd tot omkering van de bewijslast omdat X niet heeft voldaan aan de eisen die in art. 52 AWR aan belastingplichtigen worden gesteld. X voldoet niet aan zijn verzwaarde bewijslast. Dat de strafkamer van het hof het wederrechtelijk voordeel heeft vastgesteld op € 15 000 per jaar, brengt niet mee dat ook ten aanzien van de belastingheffing van dat jaarlijkse voordeel moet worden uitgegaan, aldus de rechtbank. Het hof moet immers in de strafrechtelijke procedure uitgaan van de wettige bewijsmiddelen, terwijl het in de fiscale procedure aan X is om overtuigend aan te tonen dat de uitspraken op bezwaar, waarbij de inspecteur de inkomsten uit de illegale activiteiten van X heeft geschat, onjuist zijn.  De rechtbank overweegt vervolgens dat de schatting die de inspecteur heeft gemaakt voor de inkomsten die X met de illegale gokspelen heeft behaald tot een bedrag van € 80 000 redelijk is. Voor het jaar 2006 is de schatting dus niet redelijk. De rechtbank overweegt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat X gerechtigd is geweest tot een bankrekening in Duitsland. De verzuimboetes worden vernietigd omdat geen aanmaningen tot het doen van aangifte zijn verzonden. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 14 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen