Française XY woont in België en overlijdt daar op 29 juli 2020. De nalatenschap van XY bestaat uit roerende en onroerende goederen in België en Frankrijk. Française BC, die in Frankrijk woont, is erfgename van XY. BC betaalt een bezoldiging aan de Belgische notaris die een verklaring van erfrecht afgeeft in België. Deze verklaring omvat alle goederen van de nalatenschap. De bezoldiging is berekend over het volledige brutoactief van de nalatenschap. Het Franse notariskantoor SCP Attal et Associés geeft ook een verklaring van erfrecht af. Voor de bezoldiging van Attal wordt het volledige brutoactief van de nalatenschap als referentiewaarde genomen. BC is het daar niet mee eens. Zij stelt dat de bezoldiging van de Franse notaris moet worden berekend over een grondslag die uitsluitend de brutowaarde van de zich in Frankrijk bevindende goederen van de nalatenschap vertegenwoordigt. De Franse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Campos Sánchez-Bordona concludeert dat de dubbele bezoldiging voor notarissen bij de afwikkeling van de erfenis van BC, waarbij goederen in twee lidstaten zijn betrokken, een verboden beperking van het kapitaalverkeer tussen lidstaten oplevert. Zowel de bezoldiging voor de Franse notaris als de bezoldiging voor de Belgische notaris wordt namelijk berekend over het brutoactief van de nalatenschap. Er is dan sprake van een dubbele bezoldiging van de notarissen. De Franse regeling gaat volgens de A-G verder dan noodzakelijk is ter bereiking van het doel ervan. De regeling legt erfgenamen een buitensporige last op door de bezoldiging van de notaris vast te stellen in verhouding tot alle goederen die deel uitmaken van de nalatenschap, ook die welke zich in het buitenland bevinden.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht
Editie: 26 mei
Informatiesoort: VN Vandaag