Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de douanewaarde van goederen in een situatie als bij Tauritus, waarbij naast de voorlopige prijs ook de voorwaarden die de definitieve prijs ervan zullen bepalen bekend zijn, moet worden bepaald volgens de transactiewaardemethode van art. 70 lid 1 Douanewetboek.

Het Litouwse Tauritus UAB koopt van diverse leveranciers diesel en vliegtuigbrandstof en voert dit in op het grondgebied van Litouwen. Partijen komen daarbij een voorlopige prijs overeen in verband met schommelingen in de marktprijzen en de wisselkoersen. In de invoeraangiften om de producten in het vrije verkeer te brengen en op de markt te brengen geeft Tauritus de voorlopige prijs aan als de douanewaarde van de goederen. Nadat de definitieve prijzen bekend zijn, verzoekt Tauritus om aanpassing van de in invoeraangiften aangegeven waarde van de goederen. De Litouwse douane aanvaardt deze prijzen als douanewaarde ex art. 70 lid 1 Douanewetboek, maar brengt wel vertragingsrente in rekening over de BTW. Dit onder andere omdat Tauritus enkele prijswijzigingen niet tijdig heeft aangemeld. De Litouwse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de douanewaarde van goederen in een situatie als bij Tauritus, waarbij naast de voorlopige prijs ook de voorwaarden die de definitieve prijs ervan zullen bepalen bekend zijn, moet worden bepaald volgens de transactiewaardemethode van art. 70 lid 1 Douanewetboek. Er moet dan in beginsel gebruik worden gemaakt van de vereenvoudigde douaneaangifteprocedure ex artt. 166 en 167 Douanewetboek. Het Hof van Justitie EU merkt verder nog op dat het Hamamatsu Photonics Deutschland-arrest (20 december 2017, C‑529/16) hieraan niet af doet.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht, Douane

Editie: 19 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

129

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen