Hof Den Haag oordeelt dat een exploitant van een sportschool, ondanks een coronasluiting in de periode 15 december 2020 tot en met 19 mei 2021, als 'gebruiker' kwalificeert voor de OZB. De gebruikersaanslag OZB wordt niet evenredig verminderd met de periode dat de sportschool verplicht dicht was.

X exploiteert een sportschool en is vanwege corona op last van de overheid verplicht gesloten van 15 december 2020 tot en met 19 mei 2021. De heffingsambtenaar legt een gebruikersaanslag OZB 2021 op. X stelt in bezwaar en (hoger) beroep dat de gemeente geen gebruikersaanslag OZB 2021 mag opleggen, dan wel dat de gebruikersaanslag tijdsevenredig moet worden verminderd, vanwege de coronasluiting.

Hof Den Haag oordeelt dat X als exploitant van een sportschool, ondanks een coronasluiting in de periode 15 december 2020 tot en met 19 mei 2021, als 'gebruiker' kwalificeert voor de OZB. Onder het begrip 'gebruik' moet worden verstaan: het metterdaad bezigen van een onroerende zaak ter bevrediging van de eigen behoefte. Dit houdt in dat het gehuurde ter beschikking moet staan voor eigen gebruiksdoeleinden. Niet is vereist dat het gehuurde ook daadwerkelijk wordt gebruikt conform de beoogde bestemming. Weliswaar was de sportschool gedurende een bepaalde periode gesloten, maar X had nog steeds toegang tot de sportschool en hield deze ingericht als sportschool totdat deze weer open kon. Hieruit blijkt dat X de sportschool tot zijn beschikking hield totdat deze weer kon worden gebruikt als sportschool. Een tijdsevenredige heffing is niet mogelijk op basis van de Verordening. Toepassing van de hardheidsclausule in de vorm van coulance is namelijk slechts voorbehouden aan het college van burgemeester en wethouders. De gebruikersaanslag OZB 2021 blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 16 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

164

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen