Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het feit dat X geen fiscaal partner heeft niet aan navordering over 2003-2010 in de weg staat. Verder is een nieuw feit ook niet vereist omdat de herverdeling op verzoek van X en haar partner heeft plaatsgevonden.

Naar aanleiding van de inkeer van X, worden aan haar diverse IB-navorderingsaanslagen opgelegd. Daarbij wordt een verdeling van 50%-50% gehanteerd tussen X en haar fiscaal partner. X laat vervolgens weten dat het vermogen op de buitenlandse bankrekeningen volledig aan haar moet worden toegerekend, waarop de inspecteur nieuwe IB-navorderingsaanslagen oplegt aan X. Volgens X is echter geen nieuw feit aanwezig, omdat zij geen fiscaal partner heeft.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2015 (14/04120, V-N 2015/57.10), dat het feit dat X geen fiscaal partner heeft niet aan navordering over 2003-2010 in de weg staat. Verder is een nieuw feit ook niet vereist omdat de herverdeling op verzoek van X en haar partner heeft plaatsgevonden. Ook verwerpt het hof de stelling van X dat zij al vroegtijdig had aangegeven dat het gehele vermogen aan haar moest worden toegerekend. De brief waarop X zich beroept, betreft niet een dergelijk verzoek. Verder zijn de navorderingsaanslagen tijdig en naar de juiste bedragen opgelegd. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 16 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

624

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen