Advocaat-Generaal Ettema concludeert dat bij de berekening van de pro rata-aftrek geen rekening mag worden gehouden met fictieve en theoretische huuropbrengsten van de niet-verhuurde ruimten. Ook kan geen rekening worden gehouden met de indirecte algemene kosten die betrekking hebben op de leegstand.

X heeft twee nieuwe gebouwen gerealiseerd (blok 6 en blok 17). Beide gebouwen bestaan uit een parkeer- en winkelruimte met daarboven appartementen, die juridisch zijn gesplitst. In 2013 zijn de appartementen van blok 17 opgeleverd en grotendeels ook verhuurd. De negen appartementen die niet in 2013 zijn verhuurd, zijn bestemd voor short-stay, maar zijn in 2014 alsnog BTW-vrijgesteld verhuurd. X geeft in 2013 een integratieheffing aan voor de ingebruikname van de appartementen in het tweede gebouw, waarbij voor de negen appartementen voor short-stay BTW in aftrek wordt gebracht. Verder berekent X de pro rata op de algemene kosten op basis van het werkelijk gebruik door in de berekening voor de leegstaande appartementen fictieve omzet mee te nemen. In geschil is het tijdstip van de integratieheffing, of herziening in één keer mogelijk is en de berekening van de pro rata. Hof Den Haag stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Ettema concludeert dat bij de berekening van de pro rata-aftrek geen rekening mag worden gehouden met fictieve en theoretische huuropbrengsten van de niet-verhuurde ruimten. Ook kan geen rekening worden gehouden met de indirecte algemene kosten die betrekking hebben op de leegstand. De door X verstrekte gegevens zijn niet nauwkeurig genoeg om het werkelijke gebruik vast te stellen. Ook de stelling van X dat met betrekking tot één gebouw slechts sprake kan zijn van één ingebruikneming is niet juist. Nu de gebouwen juridisch zijn gesplitst, moeten de woningen voor toepassing van de integratieheffing als zelfstandige onroerende zaken worden aangemerkt. Verder zijn de woningen ook geschikt voor zelfstandige bewoning. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep van X ongegrond te verklaren.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 13

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 11

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 25 januari

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen