Belanghebbende, X, ontvangt teruggaaf IB/PVV 2008. Bij het opleggen van de definitieve aanslag ontdekt de Belastingdienst dat deze teruggaaf niet terecht is. In de aangifte is de teller van de voorkomingsbreuk nl. foutief ingevuld door X. In geschil is of de Belastingdienst bij het herstellen van de fout een bedrag van € 322 aan heffingsrente bij X in rekening mag brengen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de Belastingdienst bij het herstellen van een fout in de voorkomingsbreuk heffingsrente bij X in rekening mocht brengen. De rechtbank overweegt dat X ‘een fout' gemaakt heeft bij het invullen van de aangifte door het opnemen van een negatief bedrag in de rubriek ‘elders belast', hetgeen bij gebruik van het programma van de Belastingdienst niet mogelijk was geweest. Het automatiseringssysteem van de Belastingdienst heeft voorafgaand aan het vaststellen van die voorlopige aanslag terecht een uitworpreden geconstateerd. Dat vervolgens de afhandelingsmethode van de Belastingdienst in eerste instantie tot een afwijkende voorlopige aanslag heeft geleid, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de Belastingdienst onzorgvuldig heeft gehandeld. Bovendien had X of zijn accountant bij constatering van deze afwijkende voorlopige aanslag om een nadere voorlopige aanslag kunnen vragen. De gevolgen van het onjuist invullen van de rubriek ‘elders belast' moet voor rekening van X blijven.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 11 september