X verricht sinds 2008 allerlei activiteiten in verband met het realiseren van een woon-/werkpand, met de bedoeling om het pand met winst te verkopen. Door de economische crisis, het faillissement van één van de aannemers die betrokken is bij de bouw en persoonlijke omstandigheden, komt X in 2010 financieel in zwaar weer terecht. Vervolgens stopt de financier met het financieren van de bouwkosten, trekt de gemeente de bouwvergunning in en wordt het pand in 2014 via een openbare veiling verkocht. In zijn IB-aangifte over 2014 brengt X diverse bedragen in aftrek. Hij stelt daarbij dat sprake is van een onderneming. De inspecteur is echter van mening dat geen bron van inkomen aanwezig is.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de activiteiten ten aanzien van het pand in 2014 in ieder geval geen bron van inkomen vormen. Sinds 2010 is er in feite niet veel meer gebeurd en kon er door het stopzetten van de financiering en het intrekken van de bouwvergunning niet meer worden gebouwd. Voor zover er ooit sprake is geweest van een bron van inkomen, dan is daar volgens de rechtbank in 2014 in ieder geval geen sprake meer van. De foutenleer kan niet worden toegepast, ook niet indien wel een bron van inkomen zou kunnen worden aangewezen. Vermogensetikettering vindt plaats op het moment van aanschaf. In het jaar van aanschaf van de grond heeft X het object als privévermogen (box 3) aangemerkt. Herziening van die keuze is slechts geoorloofd indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen. Naar het oordeel van de rechtbank is daar geen sprake van. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Wet inkomstenbelasting 2001 3.1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 21 augustus