Mevrouw X lijdt door een chronische ziekte aan menstruatiepijn. Als medicijn slikt zij daarom een anticonceptiepil. In hoger beroep is in geschil of de uitgaven hiervan aftrekbaar zijn en of X terecht een hogere aftrek van vervoerskosten claimt. Volgens X bezit zij namelijk samen met haar broer een auto, die op zijn naam staat.
Hof Amsterdam oordeelt dat de kosten van de anticonceptiepil die als medicijn wordt gebruikt in beginsel aftrekbaar zijn, maar dat de kosten niet op X drukken. Haar zorgverzekeraar vergoedt deze kosten namelijk. Het maakt niet uit dat X daar mogelijk niet van op de hoogte is. Ondanks dat X en haar broer op één adres wonen, maakt X niet aannemelijk dat zij samen met haar broer een auto bezit. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 21 augustus