X parkeert haar auto op 13 maart 2019 op een parkeerplaats waar parkeerbelasting moet worden betaald. Omdat de parkeercontroleur geen geldig parkeerkaartje aantreft in de auto legt hij een naheffingsaanslag parkeerbelasting op.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X aannemelijk heeft gemaakt dat zij een parkeerkaartje gekocht heeft en dat dit kaartje bij het dichtslaan van de portier op de bodem terecht is gekomen. Met het overleggen van het parkeerticket en de verklaringen die X heeft overgelegd acht de rechtbank dit scenario aannemelijk. De door de heffingsambtenaar opgeworpen (theoretische) mogelijkheid dat het ticket achteraf is verkregen, is in dit geval onvoldoende voor een andersluidend oordeel. Nu X de parkeerbelasting heeft voldaan, is deze belasting ten onrechte nageheven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 21 augustus