X bv exploiteert een laanbomenkwekerij en gebruikt in dat kader een vrachtauto. Deze auto is uitgerust met een kraan voor het planten van bomen. Begin 2013 maakt X bv met de auto gebruik van de autosnelweg. In geschil zijn twee naheffingsaanslagen belasting zware motorvoertuigen (BZM) van € 8, alsmede de twee verzuimboetes van elk € 246. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanwezigheid van de kraan niet van dien aard is, dat dit de algemene bestemming van de auto – het vervoer van goederen – wegneemt. Gelet op de kenmerkende eigenschappen die uit foto's blijken, is de auto bestemd om regelmatig en duurzaam deel te nemen aan de mededinging op het gebied van het goederenvervoer. X bv gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 5 maart 2015, 14/00042 en 14/00043, V-N 2015/26.1.2) oordeelt dat het begrip 'uitsluitend bestemd voor goederenvervoer' uitgelegd dient te worden aan de hand van de algemene eigenschappen van de auto en niet aan de hand van het feitelijke gebruik. De hijskraan is ook niet significant groter of zwaarder dan kranen, die in het algemeen gebruikt worden bij het laden en lossen van zware goederen. De hijsfunctie is bovendien slechts een nevenfunctie. De boetes moeten wel vervallen, aangezien de inspecteur op de zitting heeft toegegeven dat er "grijze gebieden" zijn. Zo wordt volgens de inspecteur een betonmortelauto niet belast, terwijl die volgens de beleidsregels van het ministerie juist wél aan de BZM-heffing is onderworpen. Het beroep van X bv is deels gegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet belasting zware motorrijtuigen 2
Wet belasting zware motorrijtuigen 13
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 36
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 mei