De Hoge Raad oordeelt dat X over de liquidatie-uitkering Nederlandse IB is verschuldigd. De vergelijking die X maakt met de verkoop van de aandelen gaat namelijk niet op. Er is geen sprake van gelijke gevallen.
Belanghebbende, X, woont in België en houdt aandelen in Q bv. In 2006 ontvangt X liquidatie-uitkeringen van Q bv. In zijn IB-aangifte vermeldt X een ab-inkomen van nihil. De inspecteur corrigeert de aangifte. X is het hier niet mee eens. Hij stelt dat er sprake is van vervreemdingsvoordelen die onder art. 13 Belastingverdrag NL - België vallen, zodat het woonland heffingsbevoegd is. De inspecteur is echter van mening dat er sprake is van reguliere voordelen, zodat Nederland heffingsbevoegd is (art. 10 Belastingverdrag NL - België). Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat uit het protocol bij het Belastingverdrag NL - België blijkt dat de liquidatie-uitkering valt onder het begrip ‘dividenden’, en niet onder het begrip ‘voordelen verkregen uit de vervreemding’. Het hof verwerpt ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel. Volgens het hof is er in casu namelijk geen sprake van de verkoop van aandelen, zodat een vergelijking met de verkoop van aandelen niet opgaat. Ook is er volgens het hof geen belemmering van de vrijheid van kapitaalverkeer. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X over de liquidatie-uitkering Nederlandse IB is verschuldigd. De vergelijking die X maakt met de verkoop van de aandelen gaat namelijk niet op. Er is geen sprake van gelijke gevallen. De Hoge Raad wijst er daarbij op dat de verkochte aandelen bij een vervreemding overgaan van het vermogen van de vervreemder naar het vermogen van een ander. Bij een liquidatie wordt de vennootschap ontbonden en worden haar reserves, door een liquidatie-uitkering, aan de aandeelhouders uitgekeerd. Vervolgens merkt de Hoge Raad op dat de Nederlandse belastingclaim op de in de aandelen besloten liggende reserves behouden blijft na vervreemding, terwijl die claim bij een liquidatie vervalt. Die claim wordt geldend gemaakt door heffing over de desbetreffende liquidatie-uitkering waarin die reserves zijn begrepen. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.5
Wet inkomstenbelasting 2001 4.16
Wet inkomstenbelasting 2001 4.13
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 24 juni
Carrousel: Carrousel