Het verzamelbesluit dividendbelasting is aangepast in verband met een nieuwe goedkeuring, gewenste tekstuele verduidelijkingen en ontwikkelingen op het gebied van internationaal vooroverleg. Het besluit treedt in werking met ingang van 22 juni 2019.

Het besluit bevat een nieuwe goedkeuring voor het achterwege laten van de uitreiking van een dividendnota. Verder wordt goedgekeurd dat, vooruitlopend op de teruggaaf van art. 10 Wet DB, reeds in het jaar van inhouding ongelimiteerde verzoeken om teruggaaf kunnen worden ingediend.

Voor het toerekenen van aandelen aan een vaste inrichting moet het Besluit winstallocatie vaste inrichtingen als uitgangspunt worden genomen. Daarnaast moet in ieder geval worden voldaan aan de in het besluit genoemde voorwaarden.

In art. 4, lid 7 en 8 Wet DB zijn maatregelen getroffen tegen dividendstripping. In het besluit worden de uitgangspunten van de Belastingdienst genoemd voor de vrijwaring van de inhoudingsplichtige van naheffing dividendbelasting. Daarnaast wordt ten aanzien van dividendstripping en duurzame reorganisatie gemeld dat een behoefte aan een ‘safe haven’ kan leiden tot een beperking van reguliere dividenduitkeringen. Onder reguliere dividenduitkeringen wordt in dat geval verstaan tweemaal het gemiddeld, volgens een bestendige gedragslijn, uitgekeerde dividend in drie voorafgaande kalenderjaren.

Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de regeling cum/ex transacties en het beleid voor beursfondsen die eigen aandelen inkopen ten aanzien van brutering, contant dividend, inkoop cumulatief preferente aandelen en dividendnota.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Dividendbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 24 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen