Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X slechts recht heeft op de helft van de eigenwoningaftrek. Dat het Belgische belastingstelsel verschilt van het Nederlandse belastingstelsel waardoor zijn echtgenote de aan haar toerekenbare hypotheekrente in België niet in aftrek kan brengen, maakt dit niet anders.

X en zijn echtgenote wonen samen in België. Zij hebben ieder de helft van hun woning in eigendom. De eigenwoningschulden staan voor de onverdeelde helft op de naam van X en zijn echtgenote. In 2015 geniet X uit Nederland een inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking dat belast is in Nederland. X is derhalve een kwalificerend buitenlands belastingplichtige. Aan zijn echtgenote wordt een arbeidsongeschiktheidsuitkering betaald door het UWV. Dit inkomen is volledig belast in België. In de aangifte IB/PVV 2015 wijst X 100% van de eigenwoningaftrek aan zichzelf toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X slechts recht heeft op de helft van de eigenwoningaftrek. Omdat zijn echtgenote geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige is, kan zij niet als fiscaal partner van X worden aangemerkt. Dat het Belgische belastingstelsel verschilt van het Nederlandse belastingstelsel waardoor zijn echtgenote de aan haar toerekenbare hypotheekrente in België niet in aftrek kan brengen, maakt dit niet anders. Het is in dit geval aan België om aftrek in verband met de persoonlijke en gezinssituatie te verlenen.

Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 4 april

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen