Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar elk jaar de WOZ-waarde opnieuw moet vaststellen. Matrices van latere belastingjaren zijn daarom niet relevant.

X is eigenaar van een vrijstaande woning en is het niet eens met de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2019. X vindt dat de heffingsambtenaar ook de matrices voor de belastingjaren 2020 en 2021 moet inbrengen. Daarnaast is volgens X algemeen bekend dat jaren 30-woningen meer opleveren dan een jaren 90-woning.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar elk jaar de WOZ-waarde opnieuw moet vaststellen. De heffingsambtenaar is daarom niet gehouden om de matrices van de belastingjaren 2020 en 2021 in te brengen in de procedure. Dat een jaren 30-woning meer oplevert is een persoonlijk aspect en wordt bij het grote publiek zeer verschillend ingeschat. De stelling van X houdt daarom geen stand. Het hoger beroep ten aanzien van de WOZ-waarde is ongegrond. Wel heeft X recht op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:42

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 4 april

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen