Vereniging X is een kleiduivenschietsportvereniging. Tegen betaling van contributie mogen de (aspirant-)leden gebruik maken van de schietbaanfaciliteiten. Verder verkoopt X kleiduiven en munitie. Passanten moeten munitie bij X kopen. Leden hoeven niet munitie bij X te kopen, maar het gebruik van munitie van andere verkopers wordt ontmoedigd. X hanteert het lage btw-tarief voor de munitie, de kleiduiven en de schietarrangementen voor recreanten. Over de contributies van de (aspirant-)leden van de vereniging brengt X geen btw in rekening. De inspecteur is van mening dat de levering van de munitie en de kleiduiven belast is tegen het algemene tarief. Rechtbank Gelderland oordeelt dat het tegen betaling ter beschikking stellen van de schietbaan en de kleiduiven als één prestatie moet worden aangemerkt. Volgens de rechtbank zou het kunstmatig zijn om deze prestaties van elkaar los te koppelen. Voor deze prestatie geldt het lage btw-tarief, omdat er volgens de rechtbank sprake is van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening. De verkoop van de munitie is volgens de rechtbank een aparte prestatie. De rechtbank wijst er hierbij op dat de munitie tot 2010 door een andere onderneming werd verkocht. Ook acht de rechtbank van belang dat de munitie op andere schietbanen kan worden gebruikt. Verder stelt de rechtbank nog vast dat leden ook met elders aangeschafte munitie mogen schieten. Voor deze prestatie geldt het algemene btw-tarief. De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag. In hoger beroep stelt X dat de btw-vrijstelling voor sport van toepassing is, dan wel dat het lage tarief van toepassing is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het gelegenheid bieden tot een rondje kleiduivenschieten voor de btw-heffing één prestatie is. Volgens het hof zijn voor een rondje kleiduivenschieten namelijk de schietfaciliteiten, de kleiduiven en de munitie nodig. Het hof overweegt hierbij dat de toegang tot de schietfaciliteiten en de afworp van de kleiduiven voor de gebruiker bij elkaar horen. Het is volgens het hof kunstmatig om deze prestaties uit elkaar te halen. Verder gaat het verstrekken van de munitie op in deze hoofddienst. Het gelijk is weliswaar aan X, maar het hof handhaaft de naheffingsaanslag. Na toepassing van de btw-vrijstelling op de prestaties van X, en correctie van de geclaimde aftrek van voorbelasting, resteert een hoger bedrag aan na te heffen btw dan in de aanslag is begrepen.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 maart