X bv heeft een recht van erfpacht en opstal op een onbebouwd bedrijventerrein voor opslag en distributie in een haven in de gemeente Eemsmond. In geschil is de WOZ-waarde van deze grond voor belastingjaar 2013. De heffingsambtenaar van de gemeente verdedigt een waarde van € 33.441.000. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de gemeente Eemsmond de WOZ-waarde van het onbebouwde bedrijventerrein voor opslag en distributie niet aannemelijk heeft gemaakt. Nu ook X bv tekortschiet in de bewijslast, stelt de rechtbank de WOZ-waarde schattenderwijs vast op € 32.500.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de met toepassing van de gecorrigeerde vervangingswaarde-methode vastgestelde waarde van een onbebouwd haventerrein voor opslag en distributie, ook in hoger beroep, niet aannemelijk maakt. In de levering van het bewijs van de aan de grond en aan de verharding toegekende waarden slaagt hij niet. De verkochte percelen wijken qua omvang teveel af van het perceel van X bv. In navolging van de rechtbank oordeelt het hof dat de grondwaarde niet kan worden berekend door kapitalisatie van de erfpachtcanon. Bij de waardering van de erfverharding is het voor het hof niet duidelijk of de heffingsambtenaar terecht is uitgegaan van de aanwezigheid van een dubbele stabilisatielaag en van opsluitbanden. Het hof stelt de waarde in goede justitie vast op de door de rechtbank vastgestelde waarde. Het hoger beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 maart