Belanghebbende X heeft een tussenwoning en is het niet eens met de WOZ-waarde. X vindt dat de gemeente alleen verkoopcijfers mag gebruiken die voor waardepeildatum liggen. De waarde van de opstal moet de gemeente bepalen op gebruiksoppervlak en niet op inhoud. Ook vindt X dat de gemeente verplicht een referentieobject moet gebruiken, die zij aandraagt.
Rechtbank Rotterdam oordeelt dat volgens de ‘Waarderingsinstructie’ van de Waarderingskamer de gemeente tot 1 januari 2022 de WOZ-waarde mag vaststellen op basis van woninginhoud of woonoppervlakte. De gemeente mag dus nog op woninginhoud waarderen. Daarnaast mag de gemeente zelf kiezen welke referentieverkopen zij gebruikt. Zij is niet verplicht om referentieverkopen in haar analyse te betrekken, die belanghebbende aandraagt. De WOZ-waarde wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld op basis van verkopen die zo dicht mogelijk bij waardepeildatum liggen. Stijgingspercentages van de woningmarkt van het CBS zijn daarom niet relevant voor de WOZ-waardering.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Editie: 23 augustus