Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen rechten kan ontlenen aan het taxatieverslag met daarin een lagere WOZ-waarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is eigenaar van een woning waarvan de WOZ-waarde 2017 door Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap is vastgesteld op € 596.000. In bezwaar verlaagt de heffingsambtenaar de WOZ-waarde naar € 575.000. X beroept zich op een taxatieverslag op de website van de heffingsambtenaar met een waarde van € 508.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/47.1.3) oordeelt dat X geen rechten kan ontlenen aan het taxatieverslag met daarin een lagere WOZ-waarde. De waarde wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld en niet via een taxatieverslag. Aan X kan worden toegegeven dat de vermelding van een WOZ-waarde van € 508.000 in het taxatieverslag bij hem tot verwarring heeft kunnen leiden, maar X kon gelet op de ‘beschikte’ waarde van € 596.000 en de relatief hoge verkoopprijzen van de referentiewoningen niet menen dat de heffingsambtenaar de bedoeling had de WOZ-waarde vast te stellen op € 508.000. Zonder bijkomende omstandigheden, die hier ontbreken, kan aan het taxatieverslag derhalve niet het in rechte te beschermen vertrouwen worden ontleend dat de WOZ-waarde niet de in deze procedure aannemelijk geachte € 575.000 bedraagt maar het bedrag van € 508.000. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt derhalve.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 6 juli

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen