De Hoge Raad oordeelt dat voor een courante, commercieel geëxploiteerde onroerende zaak als onderhavige de WEV gelijk is aan de GVW. Het hof heeft dit miskend met zijn oordeel over de WOZ-waarde van het kantoorpand van X.

Belanghebbende, X, is een stichting die eigenaar is van een kantoorpand in de gemeente Zoetermeer. Rechtbank Den Haag verlaagt de WOZ-waarde 2015 tot € 2.778.000. Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat deze waarde niet te hoog is. Het hof wijst de door X bepleite toepassing van de huurwaarde-kapitalisatiemethode af, omdat hetgeen X hieromtrent heeft aangevoerd slechts leidt tot de bevestiging dat de waarde in het economische verkeer (WEV) in dit geval lager is dan de gecorrigeerde vervangingswaarde (GVW). In dat geval moet de WOZ-waarde worden vastgesteld op de GVW, aldus het hof.

De Hoge Raad oordeelt dat voor een courante, commercieel geëxploiteerde onroerende zaak als onderhavige de WEV gelijk is aan de GVW (HR 31 mei 1995, nr. 29.224, BNB 1995/228). Dit is alleen anders als er sprake is van een voor de eigenaar geldende subjectieve omstandigheid, die ertoe leidt dat de GVW hoger uitvalt dan de WEV waarbij met subjectieve omstandigheden geen rekening wordt gehouden (zie HR 9 februari 2007, nr. 41.264, BNB 2007/155). Het bestaan van een subjectieve omstandigheid, doorgaans het al dan niet kunnen verrekenen van btw, is door het hof niet vastgesteld. Het oordeel van het hof dat de GVW hoger is dan de WEV geeft derhalve ofwel blijk van miskenning van het voorgaande ofwel behoefde het nadere motivering, die echter ontbreekt. Volgt verwijzing naar Hof Amsterdam.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen