Eiser, X, drijft in de jaren 1998 en 1999 een onderneming op het gebied van human resource. In de jaren 2000 tot en met 2003 is X secretaris van de plaatselijke vis- en jachtclub. De vergoeding die hij voor de activiteiten als secretaris ontvangt verantwoordt X in zijn aangifte IB/PVV onder aftrek van kosten als winst uit onderneming. Uit een boekenonderzoek blijkt dat van winst uit onderneming geen sprake is. De inspecteur legt X een navorderingsaanslag IB/PVV 1997 op en corrigeert de verliezen over de jaren 2000, 2002 en 2003. De navorderingsaanslag over het jaar 1997 vloeit voort uit de herziening van het verlies over het jaar 2000. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inspecteur met het boekonderzoek beschikte over een nieuw feit voor het opleggen van een navorderingsaanslag en het herzien van het verlies. De rechtbank verwerpt de stelling van X dat de inspecteur zoals blijkt uit de verzending van het formulier 'Opgaaf Informatie bedrijfsbeëindiging' al eerder reden had om te twijfelen aan het ondernemerschap. De rechtbank overweegt dat dit formulier te maken had met de nihilaangiften voor de btw en dat deze nihilaangiften op zichzelf niets zeggen over het ondernemerschap van X voor de inkomstenbelasting. Verder heeft X op het formulier expliciet aangegeven dat van bedrijfsbeëindiging geen sprake is. Nu de aangiften IB/PVV er verzorgd uitzagen hoefde de inspecteur aan de juistheid ervan niet te twijfelen. Verder oordeelt de rechtbank dat de brief van de inspecteur waarin wordt meegedeeld dat het bedrag van het verlies wordt herzien voldoet aan de aan een beschikking te stellen eisen. Ten slotte oordeelt de rechtbank dat de inspecteur bij de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase kon volstaan met een bedrag van € 161. Het beroep van X is ongegrond.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt: Liechtensteinse AG is vergelijkbaar met Nederlandse NV of BV
De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt dat een naar het recht van Liechtenstein opgerichte Aktiengesellschaft (AG) naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een Nederlandse NV of BV.
Maatregelen uit ATAD1 en ATAD2 tegen belastingontwijking blijken effectief
De conditionele bronbelasting, de earningsstrippingmaatregel en de aanpak van CV/BV-structuren door ATAD2 gaan belastingontwijking effectief tegen. Dit staat in de jaarlijks terugkerende Kamerbrief over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking.
DNB-analyse: doorstroom naar belastingparadijzen structureel gedaald
Nederland speelt de laatste jaren een kleinere rol bij internationale belastingontwijking, komt naar voren uit een analyse van De Nederlandsche Bank (DNB). De stroom geld die ons land binnenkomt en direct weer verlaat op weg naar belastingparadijzen is sinds 2020 een stuk kleiner dan in de voorgaande jaren, signaleert de centrale bank.
Gevolgen van de ingrijpende wijzigingen in het fiscale stelsel voor vastgoedfondsen
Het Pakket Belastingplan 2024 bevat drie wetten die het fiscale stelsel voor Nederlandse vastgoedfondsen ingrijpend veranderen. Wat zijn de gevolgen van deze wetswijzigingen? Fiscalist en vastgoedspecialist Jeroen Elink Schuurman van PwC beschrijft ze in het Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht.
Rechttrekken dubbel belaste belegging in EU versimpeld
Het wordt eenvoudiger voor investeerders in andere EU-landen om dubbel betaalde belasting terug te krijgen. De "heel belangrijke" nieuwe regels helpen niet alleen beleggers, maar ook de Europese economie, denkt demissionair staatssecretaris Marnix van Rij.
FASTER en ViDA op agenda Ecofinraad mei 2024
Op 14 mei 2024 spreekt de Ecofinraad over het richtlijnvoorstel snellere en veiligere vermindering te veel ingehouden bronbelasting ('FASTER') met als doel een politiek akkoord te bereiken. Formele aanname door de Raad volgt in een later stadium. Nederland is voornemens om het voorliggende akkoord te steunen. Er is een goede balans bereikt tussen het bestendiger maken van de procedures tegen misbruik, een breder toepassingsbereik voor beleggingsfondsen en een betere uitvoerbaarheid voor belastingdiensten.
Antwoord op Kamervragen over monitoring belastingontwijking
Nederland is door de invoering van de bronbelasting minder aantrekkelijk geworden als doorstroomland naar laagbelastende jurisdicties. De inkomensstromen naar laagbelastende jurisdicties zijn aanzienlijk afgenomen, van € 38,5 miljard in 2019 naar € 6,5 miljard in 2022. Dit staat onder meer in de antwoorden van staatssecretaris Van Rij van Financiën op 66 Kamervragen naar aanleiding van de op 11 oktober 2023 verschenen monitoringsbrief belastingontwijking.
Uitvoeringsvoorschriften conditionele bronbelasting op dividenden vastgesteld
De Staatssecretaris van Financiën heeft de universele Nederlandse uitvoeringsvoorschriften voor de conditionele bronbelasting op dividenden vastgesteld.
Wereldwijde belastingontwijking door schuiven met royalty's voor IE-rechten
Onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) hebben vastgesteld dat 18 procent van alle betalingen door multinationals voor het gebruik van intellectueel eigendom (IE), zoals patenten en logo’s, belastinggedreven zijn. Overheden missen hierdoor belastinginkomsten ter grootte van tussen de 6,5 en 16 miljard dollar.