Rechtbank Noord-Holland vernietigt de aan X opgelegde navorderingsaanslag IB/PVV 2014 omdat sprake is van een ambtelijk verzuim. De inspecteur had de aanslag niet zonder nader onderzoek conform de aangifte mogen opleggen.

In zijn aangiften IB/PVV 2013 en 2014 claimt X aftrek van specifieke zorgkosten. De aanslag IB/PVV 2013 wordt op 9 september 2015 conform de aangifte opgelegd. De aanslag IB/PVV 2014 op 30 maart 2017. De inspecteur stuurt X vragenbrieven met dagtekening 14 maart 2017 betreffende de in die jaren opgevoerde aftrekposten. X antwoordt dat hij als gevolg van verhuizingen praktisch niets bewaard heeft. Op 22 juli 2017 legt de inspecteur de in geschil zijnde navorderingsaanslagen IB/PVV over de jaren 2013 en 2014 op. Daarbij wordt de aftrek van specifieke zorgkosten gecorrigeerd.

Volgens Rechtbank Noord-Holland is de aanslag IB/PVV 2014 opgelegd na verzending van de vragenbrief van 14 maart 2017. Op dat moment behoorde de inspecteur aan de juistheid van de ingediende aangifte te twijfelen. Er liepen toen al onderzoeken naar de aangiften IB/PVV die aan het kantoor van de gemachtigde van X konden worden gerelateerd. De inspecteur heeft een ambtelijk verzuim begaan door de aanslag conform de aangifte zonder nader onderzoek op te leggen. Vooral nu de inspecteur dit nadere onderzoek feitelijk al had ingezet met verzending van de vragenbrief.  De navorderingsaanslag IB/PVV 2014 wordt daarom vernietigd. Het beroep is in die zin gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen