X vof doet in februari 2011 BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz met een datum van eerste toelating uit september 2002. In de aangifte is de verschuldigde BPM - mede vanwege de schade - berekend op nihil. De inspecteur heft na door de verschuldigde BPM op aangifte te verhogen tot € 1253. X vof voldoet dit bedrag op 7 maart 2011. X vof gaat tijdig in bezwaar. Volgens de inspecteur is het bezwaar tegen de voldoening op aangifte ongegrond en is het bezwaar tegen de naheffing niet-ontvankelijk.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat tijdig bezwaar is gemaakt tegen de naheffing. Het bezwaarschrift kan niet anders worden begrepen dan (mede) te zijn gericht tegen de naheffing. De verschuldigde belasting is namelijk in geschil, maar op de aangifte was niets voldaan. X vof stelt met succes dat de wijze en het moment van naheffing, het corrigeren van de aangifte, nog voordat de belasting materieel is verschuldigd, in strijd is met het wettelijke systeem van heffing. De naheffing wordt dus vernietigd. In casu is de voldoening op aangifte geen onderdeel van het geschil, zodat de verschuldigde BPM niet kan worden vastgesteld. X vof heeft recht op de wettelijke rente voor het verlies dat zij door de onverschuldigde betaling heeft geleden. Tussen de ontvangstdatum van het bezwaarschrift en deze uitspraak is veel meer dan twee jaar verstreken. Aangezien de gemachtigde van X vof echter zeer veel bezwaren had ingediend en veel tijd is verloren door (algemeen) overleg, krijgt X vof slechts een schadevergoeding van € 500. X vof krijgt voorts de werkelijke proceskosten vergoed van € 2500 (€ 1125 voor bezwaar en € 1375 voor beroep).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland