Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het voor X bv aanstonds duidelijk is geweest met betrekking tot welke belastbare feiten de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting is opgelegd. De naheffingsaanslag blijft dan ook in stand.

A bv koopt in 2004 een kantoorgebouw. Het pand is vervolgens grondig verbouwd, waarbij op de twee bovenverdiepingen vier woonappartementen zijn gerealiseerd. Drie daarvan zijn in 2007 verkocht aan de heer D voor € 500.000 inclusief btw. X bv, belanghebbende, koopt de appartementen in 2008 op een executieveiling van D voor € 304.000 exclusief btw. Op de voet van art. 12 lid 4 Wet OB 1968 wordt door X bv € 57.760 als verschuldigde btw aangegeven en hetzelfde bedrag wordt door haar als voorbelasting afgetrokken. X bv verkoopt de appartementen nog datzelfde jaar door aan particulieren. In geschil is of de appartementen op dat moment zijn aan te merken als nieuw vervaardigde onroerende zaken, zodat X bv ter zake van deze leveringen btw is verschuldigd. De Hoge Raad oordeelt uiteindelijk dat de appartementen niet zijn aan te merken als nieuw vervaardigde onroerende zaken (15 maart 2013, 11/03987, V-N 2013/18.19). Naar aanleiding van het arrest, legt de inspecteur een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. X bv stelt dat de naheffingsaanslag moet worden vernietigd, omdat het tijdvak ontbreekt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het voor X bv direct duidelijk was op welk tijdvak het in de naheffingsaanslag vermelde bedrag betrekking had, en handhaaft de naheffingsaanslag.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het voor X bv aanstonds duidelijk is geweest met betrekking tot welke belastbare feiten de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting is opgelegd. Het hof overweegt daarbij dat de overdrachtsbelasting een belasting is die op een tijdstip betrekking heeft, en dat de inspecteur in zijn aankondigingsbrief de overdrachtsbelasting heeft berekend. Tevens is in die brief het tijdstip waarop de belasting verschuldigd is geworden, genoemd. Verder merkt het hof nog op dat de inspecteur de naheffingsaanslag tijdig heeft opgelegd en niet onnodig lang heeft gewacht met het opleggen van de aanslag. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 14 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen