Aan X worden op 9 mei 2007, door zijn werkgever, aandelenoptierechten toegekend. In 2011 verzilvert X de opties. Hij realiseert daarbij een voordeel van € 101.479. In geschil is of het voordeel is belast.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X het voordeel niet in 2011 heeft genoten. Het hof overweegt daarbij dat X in 2007 een recht kreeg op loon dat hem onder opschortende voorwaarden werd toegekend. Vervolgens stelt het hof vast dat voor het kunnen beschikken over de aandelen was vereist dat X gedurende ten minste drie jaren in dienstbetrekking bij zijn werkgever werkzaam zou blijven. X had het dan ook vanaf 10 mei 2010 in zijn macht om op ieder door hem gewenst moment te kunnen beschikken over de aan hem toegekende aandelen. Het genietingsmoment van de aandelen ligt volgens het hof dan ook op 10 mei 2010, aangezien vanaf dat moment alle opschortende voorwaarden waren uitgewerkt. Vanaf dat moment ging de werkgever de aandelen houden voor X. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13a
Wet op de loonbelasting 1964 10a
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 februari