Aan belanghebbende, X bv, is eind 2011 een btw-naheffingsaanslag over 2006 en een vergrijpboete opgelegd. De naheffing van € 12.500 heeft betrekking op de geschatte verkoopprijs van een auto. Volgens Rechtbank Breda beroept de inspecteur zich terecht op omkering en verzwaring van de bewijslast. De stelling van X bv dat de inspecteur het (digitale) bestand houderschapsbelasting als gedingstuk moet overleggen, is tardief. Dit bestand bevat een opsomming van alle kentekens die op naam van X bv hebben gestaan in haar hoedanigheid van autohandelaar, alsmede de persoonlijke informatie van degenen van wie de auto's zijn gekocht en aan wie de auto's zijn verkocht. X bv gaat in hoger beroep.
De geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat er geen gewichtige reden is voor het geheim houden van de naam en het adres van de persoon op wiens naam de betreffende auto is gesteld, alsmede de aantekeningen hierover van de controleambtenaar. X bv stelt terecht dat zij contact met deze koper wil opnemen om de verkoopprijs te checken. De gegevens van de koper zijn direct van belang voor X bv om bewijs te leveren over de verkoopprijs. Het maakt niet uit dat X bv deze prijs en de gegevens van de koper beter in haar eigen administratie had kunnen opnemen. De inspecteur moet uiterlijk op 9 februari 2016 aan de geheimhoudingskamer berichten of hij bereid is de betreffende stukken alsnog in het geding te brengen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:29