Rechtbank Gelderland oordeelt dat sprake is van een ambtelijk verzuim. Volgens de rechtbank had de inspecteur alle aangiften waarin een participatie in een filmfonds van filmmaker Q wordt vermeld op basis van het interne memo tegen het licht moeten houden voordat hij een definitieve aanslag oplegt.

Belanghebbende, X, participeert in filmfonds A. In zijn IB-aangifte 2015 brengt X een bedrag van € 20.000 in aftrek in verband met zijn participatie. Met dagtekening 11 november 2016 legt de inspecteur een IB-aanslag op conform de aangifte, ondanks een memo van 19 april 2016 van de vakcoördinator IB van de Belastingdienst over de fiscale behandeling van filmfondsen. Met dagtekening 30 december 2020 legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag op aan X waarbij het verlies van € 20.000 wordt gecorrigeerd. X meent dat sprake is van een ambtelijk verzuim.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat sprake is van een ambtelijk verzuim. Volgens de rechtbank had de inspecteur, gezien het memo van de vakcoördinator IB, alle aangiften waarin een participatie in een filmfonds van filmmaker Q wordt vermeld tegen het licht moeten houden voordat hij een definitieve aanslag oplegt. Volgens de rechtbank impliceert het memo namelijk dat intern het standpunt is ingenomen dat redelijkerwijze moet worden getwijfeld aan de juistheid van de aangiften van de participanten in deze filmfondsen. De inspecteur had dan ook de aangifte van X aan een nader onderzoek moeten onderwerpen. Hij beschikte over informatie op grond waarvan hij in redelijkheid aan de inhoud van de aangifte had moeten twijfelen. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 1 juli

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen