Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat X bv niet aannemelijk maakt dat de waardevermindering van de auto's door de schade meer is dan 72% van de geraamde herstelkosten.

X bv koopt in België drie schade-auto's en doet hiervoor BPM-aangifte. Volgens de taxatierapporten zijn de handelsinkoopwaarden gebaseerd op vraagprijzen van soortgelijke auto’s zonder schade. Daarop is vervolgens steeds 100% van de geraamde herstelkosten in mindering gebracht. De verschuldigde BPM is respectievelijk € 1895, € 150 en € 211. Volgens Rechtbank Gelderland is er geen aanleiding om dit te verminderen. X bv claimt in hoger beroep extra leeftijdskortingen en toepassing van lagere historische BPM-tarieven.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de waardevermindering van de auto's door de schade meer is dan 72% van de geraamde herstelkosten (vgl. A-G Wattel 22 maart 2019, 18/02951, V-N 2019/21.14). Na interne compensatie resteert voor één auto een teruggaaf van € 2. Voor de extra leeftijdskortingen voldoet X bv niet aan haar stelplicht. Het beroep van X bv is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen