Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ambtshalve dat de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Doende wat de rechtbank had moeten doen, worden de beroepen van X bv dus alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

B doet BPM-aangifte voor twee Volvo's XC70 en voldoet de verschuldigde belasting. De inspecteur verklaart de bezwaren van B ongegrond. X BV gaat in beroep. Volgens Rechtbank Gelderland zijn de beroepen van X bv ongegrond. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt ambtshalve dat de rechtbank de beroepen van X bv niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Met betrekking tot het verzoek van de gemachtigde, die kennelijk zowel optreedt voor X bv als B, om de onderhavige procedure voort te zetten op naam van B wordt overwogen dat een na afloop van de beroepstermijn afgelegde verklaring niet alsnog kan bewerkstelligen dat het beroep is ingesteld door of namens een ander dan degene door of namens wie het beroep is ingediend (vgl. HR 7 juli 2017, 16/05590, V-N 2017/35.7). Doende wat de rechtbank had moeten doen, worden de beroepen alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep van X bv is gegrond, zodat de inspecteur het betaalde griffierecht aan X bv moet vergoeden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen