De heer X is in maatschapverband actief als registeraccountant en vervult diverse daaraan gelieerde functies, zoals die van bestuursvoorzitter en kantoorleider. X besteedt in 2006 2.272 uren aan deze werkzaamheden. Daarnaast is X sinds 15 jaar lid van diverse kookclubs. In 2005 koopt X een oude bakkerij en laat deze verbouwen tot kookstudio. De studio wordt vanaf 2006 verhuurd aan diverse kookclubs. De bedrijfsresultaten van de studio zijn in 2006, 2008 en 2009 negatief. In geschil is of X in 2006 terecht € 30.445 als verlies uit onderneming aftrekt. Rechtbank Breda oordeelt dat de studio geen bron van inkomen is, aangezien er in 2006 redelijkerwijs geen voordeel is te verwachten. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het door X geven van kookworkshops slechts een hobby is. Hiertoe wordt onder meer verwezen naar de toelichting van X bij de aanvraag van de bouwvergunning. Hierin stelt X dat de activiteiten met betrekking tot kookstudio slechts een hobbymatig zijn en dat de opbrengsten de kosten daarvan niet zullen overstijgen. Het beroep van X is ongegrond.